Snap
  • Zwanger
  • Gezond

Van 3 normale bevallingen naar een keizersnede...

Een placenta Previa... dat komt vast goed toch, in 90% van de zwangeren. Laat ik nou net bij die andere 10% horen...

Zoals ik vertelde in mijn eerste blog, verliep mijn laatste zwangerschap alles behalve naar wens. Zo kwamen we er met 20,6 weken achter dat we al zo ver zwanger waren. We verwachtten een mini mensje te zien op de echo, maar daarintegen was er al een heel compleet mensje te zien met 10 vingertjes en 10 teentjes, zelfs het geslacht was zichtbaar. Daar staan je dan, compleet verrast en overdonderd met de echo in je ene hand en je baby van 9 maanden op je arm, bij je ouders en schoonouders het nieuws te vertellen. De echo was goed, de baby zag er gezond uit, het enige zorgelijke was een laag liggende placenta. Maar dit trok in 90% van de gevallen weer omhoog voor de 30 weken, dat zou in mijn geval ook zeker zo zijn en dus mocht ik na een grote controle echo met 30 weken pas terugkomen voor de liggingsecho van de placenta. Die 30 weken controle heb ik niet gered bij de verloskundige.

Met 27 weken en 3 dagen zwangerschap zit ik thuis op de bank met de kids en Bert. Hij is net klaar met werken en we liggen lekker lui op de bank filmpje te kijken. Bradley is niet lekker en ligt onder een dekentje. Mijn moeder is de volgende dag jarig en we willen nog even snel de deur uit om een klein kadootje te kopen. Als ik op sta vloeit er iets langs mijn benen. Ik moest toch niet plassen? Met mijn hand wrijf ik langs mijn been en als ik kijk, is heel mijn hand felrood. Bloed?! Het blijft stromen en ik probeer zo goed als het kan naar de wc te lopen en ondertussen brengt Bert handdoeken naar me toe. De kids zitten stilletjes op de bank. Zelfs de kleine Hailey merkt dat er iets aan de hand is. We bellen het spoednummer van de verloskundige. Deze vraagt nog heel rustig, hoeveel bloed verlies je? 1 kopje, 2 kopjes? Ik zeg, heel veel kopjes! Je moet echt even komen hoor. Ze zegt, ik kom, maar ik bel ook even een ambulance. Ambulance? Vraag ik. Zegt ze, ja, als je op dit termijn van je zwangerschap zoveel bloed verliest, moet je naar het ziekenhuis. We hangen op en ik bel mijn ouders. De angst slaat toe en snikkend vertel ik aan mijn moeder wat er gebeurd is. Ik ben zo bang dit kindje te verliezen. Ondertussen staat mijn hele huis vol met mijn zus, mijn schoonmoeder, Bert en de kids, ambulance personeel en de verloskundige. Ik moet op bed liggen en krijg een infuus ingebracht. Daarna wordt het hartje opgezocht. Deze klopt, gelukkig! Tranen stromen over mijn wangen. Mijn baby leeft nog. Het bloeden blijft helaas en ik moet mee naar de ambulance. Tijd om afscheid te nemen van de kids is er niet echt bij, ik heb lichte weeen en de conditie van mij en de baby is niet top. Mijn zus en mijn schoonmoeder blijven bij de kids en Bert rijdt mee met de ambulance. Achter ons aan rijdt de verloskundige. Op naar Delft, Reinier de Graaff. Het ziekenhuis waar ik al 3 keer ben bevallen en waar ik gewoon tevreden over ben. De ambulance rijdt met gierende sirenes richting Delft. Ondertussen blijft de ambulance broeder dingen vragen aan mij. Dit gewoon ter controle van mijn toestand. Mijn bloeddruk is erg laag, en mijn hartslag wat hoger. Bij Delft aangekomen, wordt ik met de brancard naar de tweede verdieping gebracht. De kraamafdeling, maar ook naar hetzelfde kamertje waar ik binnen kwam toen ik zo ziek was na de bevalling van Scarlett. En dat beangstigde me toch wel een beetje. 

Ik krijg allemaal controles en een ctg. Aan de metingen is duidelijk te zien dat ik weeën heb. Ik krijg longrijping en weeënremmers. Ook krijg ik magnesium toegediend om de hersenen van de baby te beschermen. Van de magnesium krijg ik het alleen onwijs heet en het lijkt op een gegeven moment wel alsof ik in de fik sta. Dit is echter een nare bijwerking en na een uurtje voel ik me wat beter. In de tussentijd dat ik daar lig op dat kamertje, proberen de verpleegkundigen, verloskundige en dienstdoende artsen een plekje te regelen in Lumc Leiden. Ik moet naar een groot ziekenhuis met een speciale afdeling waar ze hele kleine kindjes kunnen opvangen en dat kan niet in Delft onder de 32 weken. Helaas is er in Leiden geen plek, maar wel in Rotterdam. Rotterdam, slik... dat is ver... De ambulance komt en ik mag weer mee voor een ritje, naar het Sophia kinderziekenhuis. Ondertussen is Bert opgehaald door mijn schoonzus en gaat even langs huis om spullen te halen voor mij, om daarna naar Rotterdam te komen. Als ik daar aankom met de ambulance, staan Bert en Michelle al op mij te wachten. Wat ben ik blij dat ze er zijn. Je voelt je toch een beetje alleen zo in de ambulance.. In een controle kamer krijg ik een inwendige echo en daarop is te zien dat mijn placenta onwijs laag ligt. Een placenta Previa. De baby wordt opgemeten. Ze is goed gemiddeld kwa gewicht, dus mocht ze geboren worden, heeft ze wel een grote overlevingskans. Ik laat alles maar over me heen komen. Wat kan ik anders? Ik wil naar huis, naar mijn kindjes. Maar ik lig hier. Zonder kids, zonder Bert. In een wildvreemd ziekenhuis, met wildvreemde mensen. Na 2 uur controles mag ik naar zaal. Bert gaat naar huis met Michelle. Terug naar de kindjes.

Op zaal liggen nog drie andere vrouwen. 2 oudere, en 1 meisje van ongeveer mijn leeftijd, schat ik. Er hangt een ballon naast haar van Bert (Sesamstraat) en ik lach. Zo is Bert toch een beetje bij me... Ik installeer me op mijn bed en raak een beetje aan de praat met de dames. Ondanks het late tijdstip (23.00) zijn ze toch bereid voor een praatje en dat voelt echt fijn. Ik lig nog steeds aan de weeënremmers (48 uur) en morgen krijg ik weer een longrijping (pijnlijke prik in mijn bovenbeen). Na een beetje babbelen vallen we allemaal in slaap. 'S nachts word ik nog een keer wakker. Ik denk aan mijn kindjes. Ik app Bert, geen gehoor. Die ligt lekker te slapen.

De volgende ochtend na een ontbijtje en controles en vervanging van de weeënremmers, krijg ik bezoek van mijn allesjes. Ik heb de dames op zaal al in geuren en kleuren verteld over mijn kindjes, en ik ben dan ook heel trots als ik ze kan laten zien aan iedereen. Alleen mijn lichaam wilt niet meewerken en na een uurtje ben ik dan ook echt heel moe. Ze gaan weer naar huis en Bert en mijn vader komen in de avond. Ik raak steeds meer aan de praat met het meisje schuin tegenover mij, die met de 'Bert' ballon. Ze heet Marloes en ze is precies op dezelfde dag uitgerekend als mij. Ook van een meisje. Het klikt meteen en ik vind het ook erg leuk om hier even te melden dat we nog steeds contact hebben met elkaar! 

Na vier dagen ziekenhuis, mag ik dan eindelijk zaterdag tegen het avondeten naar huis.. Thuis aangekomen zijn al mijn kindjes dolblij dat mama weer thuis is. De volgende dag is het moederdag en ik word onwijs in de watten gelegd met mooie kadootjes. Marloes bevalt eind van de middag van een prachtige dochter Fenna. Veel te vroeg natuurlijk, maar in hele goede handen. 

Midden juni (30 weken) krijg ik weer een enorme bloeding en dit keer word ik met de ambulance naar Amsterdam gebracht. Dit keer is geen ook geen plek in Rotterdam. Ik baal ontzettend, maar na drie dagen ben ik weer heerlijk thuis. En dan gebeurd het nog eens begin Juli (33 weken) maar omdat ik nu over de 32 weken ben, mag ik in Delft blijven. Hier moet ik 5 dagen blijven en wordt de datum vast gesteld voor de keizersnede. Want normaal bevallen, dat zit er dit keer echt niet in. Te gevaarlijk voor mij. Ik kan te veel bloed gaan verliezen of erger. Ook voor de keizersnede worden strenge maatregelen genomen. Er worden zakken bloed neergelegd voor eventuele bloedtransfusies.

Op 16 juli (37 weken) is het dan zover. Ik krijg een oproep om me om 11.00 te melden in het ziekenhuis. Wat zijn we nerveus! iets over half 2 mag ik dan naar de ok waar ik klaar wordt gemaakt voor de operatie en kort daarna staat Bert naast me. En voor ik het weet, is Mackenzie geboren. Wat is ze mooi, en klein. 10 weken lang zaten we in angst en spanning, maar dat viel allemaal in het niet, toen zij werd geboren. Wat zijn we blij en gelukkig en dankbaar.. Dat we dit nog een keer mochten meemaken.