Snap
  • Zwanger

Onze weg naar een gezin

We waren beide 24 toen we besloten onze kinderwens in vervulling te laten gaan. Op dat moment hadden we een relatie van 2 jaar.

Niet bijster lang maar voor ons lang genoeg om zeker van onze zaak te zijn: wij willen graag een kindje samen. Daarnaast is een kindje om twee redenen niet vanzelfsprekend in onze situatie 1) we zijn lesbisch en 2) de wensmoeder - Francoise - heeft endometriose. We wilde liever te vroeg aan een kindje beginnen, dan te laat.

Omdat we ons niet eerder verdiept hadden in de mogelijkheden zijn we gestart met een informatie avond bij het Medisch Centrum Kinderwens (MCK) in Leiderdorp. Daar werd ons verteld dat zij zelf donoren hadden, we gebruik konden maken van een Deense spermabank of een eigen donor mee konden nemen. Na deze avond hebben we besloten om de voorzieningen van het MCK te gebruiken en ons definitief aangemeld. Dit betekende voor ons dat er een periode van 9 tot 12 maanden aan zou breken, waar we moesten wachten op een geschikte donor.

Toch kriebelde het voornamelijk bij Francoise dat er meer mogelijkheden waren. Via het internet kwamen we bij een Deense spermabank die bij particulieren aan huis “rietjes” levert. Op de website van deze spermabank had je toegang tot alle donor profielen met eigenschappen, interesses en eventueel baby foto’s. Hoe uitgebreider het profiel van de donor, hoe duurder het rietje. We trokken onze stoute schoenen aan en hebben een rietje besteld.

Helaas mislukte deze poging. Maar niet getreurd, het was ten slotte de eerste. Omdat de rietjes prijzig waren, maar voornamelijk teveel planning competenties van ons vergde besloten we opzoek te gaan naar een eigen donor. Vooral de meemoeder – Jessica – wilde hier in eerste instantie niet aan. Zij was bang voor haar rol in het gezin als de donor bekend zou zijn bij het kindje. Later kwam ze tot de conclusie dat een bekende donor alleen maar prettiger kan zijn voor het kindje.

We begonnen onze zoektocht naar een donor op het internet. In onze vrienden en kennissen kring kende we niemand die voldeed aan onze wensen. Dus dan maar een wildvreemde die een bekende kan worden? Dat was lastig en dat werd bevestigd op onze eerste afspraak. We hadden al een aantal keer telefonisch contact gehad en één van zijn goede eigenschappen was dat hij sportief was. Enthousiast spraken we af in een Van der Valk Hotel om verder kennis te maken. Een vadsige en zweterige man kwam op ons afgelopen en gaf een klamme, slappe hand. Geen goede eerste indruk en ook zijn leugens over zijn eigenschappen voorspelde niet veel goeds. We waren afgeknapt.

Uiteindelijk zijn we terecht gekomen bij een matchingsite. Een soort Facebook voor donoren en wensouders. Hier hebben we Jonathan ontmoet. Met Jonathan hadden we direct een klik, de eerste afspraak hebben we alleen maar gelachen om elkaar en een erg gezellige middag gehad. Ook de tweede afspraak verliep soepel en we waren ervan overtuigd dat we het pad verder wilde bewandelen met Jonathan. Ook Jonathan stond hier enthousiast tegenover en we hebben alle formaliteiten zoals een donorcontract onderling met elkaar geregeld. Helaas, ondanks dat Jonathan op elk gewenst moment kwam opdagen mislukte alle 6 pogingen. We waren weer terug bij af.

Het MCK adviseerde ons om bij onze eigen gynaecoloog de vruchtbaarheid van Francoise te controleren. Ondanks dat ze vermoedelijk endometriose had, was dit nooit bevestigd. Uit alle onderzoeken kwam dat Francoise vruchtbaar is en we geen problemen zouden moeten hebben met zwanger worden. We hadden er weer vertrouwen in en zouden nu geduldig wachten op een donor van het MCK.

4 weken geleden is er definitief endometriose vastgesteld bij Francoise door een acute blindedarmontsteking. Begin augustus zullen we met de gynaecoloog bespreken welke vervolgstappen we moeten nemen.

Op dit moment staan we weer op de wachtlijst bij het MCK voor een donor van hun. Hopelijk kunnen we op korte termijn van start met de pogingen en hopelijk komt onze gezinsuitbreiding dan eindelijk dichtbij. We springen een gat in de lucht als we zwanger zijn, maar nog meer als we onze kleine kunnen vasthouden. We geven niet op!