Snap
  • Zwanger
  • Kinderwens
  • Miskraam

Ik had een miskraam, en schaamde me ervoor...

Ooit vroeg een gynaecoloog mij of ik weleens “een beetje zwanger” was geweest. Nou, nee. Niet dat ik weet. Ik begreep het niet erg. Tot 2016. Na tien jaar had ik ein-de-lijk een positieve zwangerschapstest in handen. Dat was nog nooit eerder voorgekomen. Zes weken was ik onderweg. Zes weken zwanger na zo’n vreselijk lange tijd proberen. En toen ging het mis. Het gevoel wat daarna overheerste was schaamte....

Eindelijk zwanger 

Toen ik voor de eerste keer een positieve zwangerschapstest in mijn handen had, stond ik te trillen als een rietje. Als je graag een kindje wilt, ben je uiteraard super blij als je twee streepjes ziet op de test. Moet je nagaan als het de 120e test is die je doet, zo lang gewacht en het was nu eindelijk zover! Het liefst zou je het gelijk van de daken willen schreeuwen. Maar dat doe je niet. Je moet wachten tot 12 weken, wordt er dan geadviseerd. Alsof er daarna niks meer kan gebeuren. Poef, magische grens, zwangerschap verloopt vanaf hier vlekkeloos. Natuurlijk niet.

Maar toch, het zit in je hoofd en dus schreeuwde ik het niet van de daken. M’n mond helemaal houden kon ik natuurlijk niet, ik liep over van blijdschap. Dus hebben we een aantal mensen vrijwel direct ingelicht. Onze families uiteraard. En een paar goede vrienden. Iedereen leefde zo met ons mee. We kregen wat kleine cadeautjes om de start van het nieuwe leven in mijn buik te vieren. Alles kreeg een speciaal plekje in de kast, het babyplankje.

Afwachten

Ik ben het type dat niet rustig afwacht, maar overal al direct over gaat piekeren en nadenken. Zo dacht ik al na over de babykamer, een naam en al over de bevalling. Maar ook over alles wat mis kon gaan. Ik was al bang om te bukken, bang dat ik het vruchtje zou pletten... Soms werd ik teruggefloten door anderen, dat ik eerst maar eens even lekker moest genieten. Ik probeerde dat echt. In het begin van een zwangerschap voel je in je buik zoveel dat het toch lastig bleek om die knop zomaar uit te schakelen.

Ik deed bijna elke dag een test om te zien of ik nog steeds zwanger was. Onzeker als wat. Ik wist op dat moment nog niet dat het teststreepje op de test steeds ietsje donkerder hoorde te worden. Dat deed ie, achteraf gezien, niet. Maar ik zag twee streepjes dus was ik weer enigszins gerustgesteld: ik was nog steeds zwanger. Een week na de eerste test, deed ik nog een keer een digitale test. De eerste keer gaf deze aan 1-2 weken zwanger. Dat deed de test nu nog. Toen kreeg ik wel een klein knoopje in mijn maag. De test hoorde nu toch eigenlijk 2-3 aan te geven? Ik belde voor de zekerheid met het ziekenhuis waar we onder behandeling waren en kreeg het geruststellende antwoord dat dat nog helemaal niets hoefde te betekenen. Rustig afwachten. Nadruk op rustig.

Nee toch...

Toch leek het me enigszins te lukken om m’n zorgen een klein beetje aan de kant te zetten. Het bleek van korte duur. Ik stond op mijn gemakje aan de keukentafel de was op te vouwen, zonder piekeren. De krampjes in mijn buik, die er al waren vanaf de positieve zwangerschapstest, werden wat erger. Mijn relaxte houding verloor het op dat moment uiteraard van mijn hoofd en gevoel. Nee, het zal toch niet? Het bleef spoken in mijn hoofd. Tegen de tijd dat de wasmand leeg was, waren de krampjes krampen geworden. Ik ging naar het toilet, terwijl ik het eigenlijk helemaal niet wilde. Maar ergens wist ik natuurlijk dat het niet goed ging. En jawel, op het toilet bleek dat het inderdaad foute boel was en dat mijn lichaam bezig was het vruchtje naar buiten te werken. Wat heb ik gehuild toen. Je wil het uit alle macht tegenhouden, je wil het niet verliezen. Maar het is een onomkeerbaar proces.

Bij de eerste echo, wat een eerste ontmoeting met onze baby had moeten worden, bleek dat er niets meer te zien was. Alles was al weg. De dokter zei dat ik even rustig aan moest doen, de tijd nemen om het verwerken. Ik dacht nog: verwerken? Het is maar zes weken. Het was er, het is weer weg, en door. En zolang ik er maar niet over praatte en niet te veel naar de cadeautjes en babyspulletjes keek, ging het ook wel. Ik ging me er dus zelfs voor schamen dat ik al had verteld tegen een aantal mensen dat ik zwanger was. Als ik daar aan terug dacht, kreeg ik een heel naar gevoel in mijn buik.

Schaamte 

Wat moeten de mensen wel niet denken, dacht ik. Vertellen dat je zwanger bent, het was nog net niks en nu is het zelfs helemaal weg. Ik kon er op een gegeven moment niet aan terugdenken. Ik vond dat ik het niet echt een miskraam mocht noemen. Anderen waren al veel verder dan ik, die kindjes waren soms zelfs al geboren. En om dán je kindje te verliezen, dát is pas erg. Ik moet er niet aan denken. Dat van mij stelde nog niets voor. Al kreeg ik wel een steek in mijn borst als ik eraan dacht (mijn hart?), toch zou ik me niet aanstellen en doorgaan. Totdat ik op een gegeven moment, heel wat maanden later, de kast aan het opruimen was. En daar waren de babyspulletjes weer. Ze moesten allemaal weg, de prullenbak in. Waarom, vroeg mijn man. Ineens riep ik tegen hem: WAAROM? OMDAT IK ER NIET NAAR KAN KIJKEN, DAAROM!

Dat was voor mij het moment dat ik me besefte dat ik het er moeilijker mee had dan ik dacht. Toen snapte ik mijn arts ook: neem de tijd, verwerk het. Die avond hebben we er heel lang en met heel veel emoties over gepraat. Dat heeft ons goed gedaan. Ik kon steeds een beetje meer accepteren dat een miskraam nou eenmaal iets heftigs is, zes weken onderweg of vijftien. Het was een beginnend leven, dat er nu niet meer is.

Waarom heb ik me er dan zo voor geschaamd? Waarom schamen zo velen zich ervoor? Ik weet het niet. Dat zou toch niet nodig moeten zijn. Misschien ook wel een stukje onzekerheid. Of een gevoel van falen. Mijn lichaam kon dit kindje niet laten groeien. Nu snap ik dat het niet aan mij hoeft te liggen, misschien was er iets niet goed met het vruchtje. We zullen het nooit weten.

Nog steeds heb ik het vaak over één. Eén zwangerschap, één kindje. Tijdens mijn zwangerschap van Indy was ik bij een therapeut. Toen ze hoorde dat we een miskraam hebben gehad, zette ze resoluut een streep door haar eerder opgeschreven “eerste zwangerschap” en maakte daar “tweede” van. Ook een arts sprak onlangs over twee zwangerschappen. Ik ga het nu ook steeds meer zo voelen. We zijn inmiddels ruim vier jaar verder, het blijft een dingetje... Het schaamtegevoel is gelukkig inmiddels wel een heel stuk minder. Dat heb ik enigszins aan de kant kunnen schuiven. Je mag best verdrietig zijn om het verlies van zo’n klein wezentje, al was het dat misschien nog niet eens helemaal, daar hoef je je toch niet voor te schamen? Het was ook je droom. En je droom in duizend stukjes kapot zien vallen, is heel verdrietig. Verwerk het, accepteer het, praat erover, huil, lach, schreeuw, gooi alles eruit, maar probeer de schaamte vaarwel te zeggen (al valt dat soms niet mee...).