Snap
  • Zwanger
  • baby
  • Oktober
  • mommytobe
  • Babyontheway

25 weken zwanger in 2 minuten

25 weken zwanger in 2 minuten klinkt vrij bijzonder, al dan niet onvoorstelbaar… Klopt. Heb je helemaal gelijk in. Is het ook! Ik zal jullie meenemen in hoe het allemaal begon.

Halverwege juli, mooi weer, niet fit. Althans, wel fit, maar ‘het zat niet lekker’. Alsof er continu waterballonnetjes in mijn maag knapten. Een soort ‘plopjes’. En dan niet de gezellige Kabouter Plop, nee. De verontrustende plopjes. Na een dag of 2 mijzelf helemaal gek te hebben gemaakt toch maar een test gedaan om in ieder geval een zwangerschap uit te sluiten. Nou ik kan je vertellen, dat werd niet uitgesloten. Een enorme schrik. En nu?! Gelijk maar de dokter gebeld: want ‘hoe nu verder?’ en ‘hoe lang al?!’. Voor een stel wat (nog) geen kinderwens had, best een shock als je een dergelijke test doet en iets anders verwacht. Diezelfde dag nog naar de dokter. Met de vraag van mij ‘hoe betrouwbaar is deze test?’. En met de achterliggende gedachte ‘we willen geen kinderen’, hoop je toch dat deze niet zo betrouwbaar is als ze doen voor komen. Maar ja, dat zijn de dus wel. Ik quote de vrouwelijke arts in kwestie: “Ja, we kunnen nog 4 testen doen, maar die zullen allemaal hetzelfde zeggen.”.

Nou, daar zit je dan. Zwanger en wel. Niet wetende hoe ver, hopende dat het toch eigenlijk niet waar is. En ja, dat klinkt cru, maar zo stonden wij er wel in op dat moment. Een afspraak in het ziekenhuis werd gemaakt, echter kon dat pas vrijdag. Het was dinsdag… 3 nachten in “spanning”. Ziekenhuizen zien wij alleen als we er langs rijden óf bij hoge uitzondering als er een bezoek wordt gedaan, gelukkig komt dat zelden voor. Het beeld wat wij van een ziekenhuis hebben is dan ook niet heel positief, want daar ben je alleen als je ziek bent, niet goed voor jezelf zorgt, een ongeluk hebt gehad en noem maar op. Niet om vrolijke gebeurtenissen te vieren.

Vrijdag was het dan zo ver. Met knikkende knieën aanmelden in het ziekenhuis en wachten. Wachten op wat ons te wachten stond. Er nog steeds vanuit gaande: “De test klopt toch niet. Het is vast iets in mijn darmen wat niet goed zit”. Na een korte introductie van de arts vroeg zij mij plaats te nemen op de behandeltafel. “Daar gaan we, jullie zullen zien dat jullie ongelijk hebben!” dacht ik nog. Nog voordat de arts haar apparatuur op mij had gezet zei ze: “Ja, je bent zwanger. En al heel ver.”. Op dat moment kon ik het nog steeds niet geloven. Hoe kon zij dat nou weten zonder ook maar de apparatuur aan het werk te laten gaan? (Uiteraard heeft de beste vrouw daar jaren voor gestudeerd en zou ze niet in deze functie zijn als ze het niet bij het juiste eind had… maar toch!). Daar kwam de echo. Een ruggengraat. Wat ondefinieerbare botjes en een hartslag. “Ik gok ongeveer 25 weken” zei de arts. Dat was het. Dat was dé bevestiging dat de deskundigen toch allemaal wel gelijk hadden. Vanaf binnenkomst in de behandelkamer tot deze echo, het leek een eeuwigheid. Het waren maar twee minuten. Twee lange minuten waarvan ik dacht dat ze nooit meer op zouden houden…

Hierna volgden een paar lange uren met veel verschillende gedachten. Anderhalf uur hebben we samen op de parkeerplaats van het ziekenhuis gestaan, niet wetende wat nu te doen. Gehuild, gegild, geschreeuwd. Alles. Hierna zijn we doorgereden naar een terras. Even zitten, wat drinken en wat voedsel erin. Even ‘bijkomen’. Maar hoe doe je dat? Bijkomen van het feit dat je al een half jaar lang een mini-mensje aan het bouwen bent? Een half jaar lang leven zonder dit te weten? Is het wel gezond? Wat als…? Zoveel vragen, zoveel emoties. Ik wist niet dat een mens binnen enkele luttele uren zoveel emoties kon hebben. En de tranen. Jongens… wat een tranen heb ik gelaten. Eerst van frustratie, daarna verwijt aan mijzelf, daarna verdriet. Hoe kon dit toch gebeuren?

Samen met vriendlief afgesproken om nu voor onszelf te kiezen. Onze ‘eigen bubbel’. En dat deden we. Enkele familieleden en mensen dichtbij op de hoogte gebracht en daarna de vliegtuigstand op de telefoon ingeschakeld. En ook in ons hoofd. Al was het meer een achtbaan die te vaak over de kop ging en al jaren geen onderhoudsbeurt had gehad.

Veel praten met elkaar. Veel huilen. Veel vragen. Dat hielp, allemaal. Want hoe ‘verschrikkelijk’ deze vrijdag ook was. ‘s Nachts was de knop omgegaan en hebben we elkaar beloofd: Dit mini-mensje krijgt de beste ouders van de hele wereld! We wilden dit wezentje niet benoemen tot baby of kindje. Daar konden wij ons namelijk niet in vinden. Het werd “Mini”. Onze Mini. En ondanks dat wij de woensdag erop al een naam hadden bedacht, is het nog steeds “Mini”. Die zaterdag hebben we al lol gehad om Mini en zondags werden we letterlijk uit bed geschopt. Van ‘plopjes’ tot een heuse kickbokser in een paar dagen.

Maandag. Afspraak met de maatschappelijk werkster. Noodzakelijk. Want in het hoofd zat het nog niet op een rijtje bij ons. Praten hielp ons beiden. Praten met een onbekende en een ervaringsdeskundige hielp nog meer. Gelukkig maar. Direct naar de winkel gegaan en voor een godsvermogen een kinderwagen en het eerste rompertje gekocht. Deugniet stond er op. Die was ons op het lijf geschreven en moest mee. Met het motto: “beter verwend dan verwaarloosd” gingen wij met een redelijk fijn gevoel naar huis. Op naar morgen.

Dinsdag. Afspraak verloskunde. Deze dag zouden we te horen krijgen hoe oud onze Mini al was en of het een jongen of een meisje is. Op de vraag ‘of we wilden weten of de babykamer roze of blauw geverfd moest worden’ hebben we elkaar aangekeken en enorm om gelachen. Blauw of roze. Nee. Wat het ook geslacht ook is, het wordt een stoere deugniet. Geen blauw of roze. Gewoon lekker anders dan anders. Het is een meisje! Ons mini-chickie zoals we haar vanaf dat moment hebben genoemd. Trots, maar nog steeds overwelmd door alle emoties liepen we het ziekenhuis uit.

Hoe is het mogelijk dat een mens in een achtbaan van emoties kan raken en binnen enkele dagen zo anders kan denken? We weten het niet. Het maakt ook niet meer uit. Ze is welkom. Onze mooie Mini!