Snap
  • Nieuws
  • #familie
  • ♡Kelly

♡Kelly#33

Wij namen afscheid en ik opende mijn voordeur. Alles was donker en deed een lichtje aan om de weg naar de trap te vinden. 'Hoe was het?' Hoorde ik ineens van de bank af komen. 

Eindelijk ons date is geweest. Het was heerlijk, wij hebben gewandeld door het park en een puntzak patat gegeten van de bekendse patatketen van Rotterdam en vooral veel gepraat en gelachen. Het voelde heel goed, alsof het al jaren zo is.

Wij namen afscheid en ik opende mijn voordeur. Alles was donker en deed een lichtje aan om de weg naar de trap te vinden. 'Hoe was het?' Hoorde ik ineens van de bank af komen. Het was mijn moeder. 'Ma?! Wat is er? Waarom zit u in het donker?' Ik keek verbaasd maar ook wat bezorgd. Ik liep naar haar toe en zag in de schittering van het lampje dat haar wangen vochtig waren. Ik kwam naast haar zitten en zag dat ze mijn vaders foto in haar hand had. Ik zei niks en legde mijn hoofd op haar schouder.

Twaalf was ik toen mijn vader naar het ziekenhuis moest voor staar. Staar een oogziekte waar je, als je goed optijd bent, een operatie kan ondergaan om weer meer te kunnen zien.

Mijn paps, strijder in alles en toch moeten verliezen tegen die verschrikkelijke ziekte, na twee zware jaren knokken. En zijn jonge gezin achter moest laten. Het was een drukke maar vooral bizarre tijd. De twee jaar ziektebed, werden wij als gezin geleefd. School en buitenspelen was mijn uitlaatklep. Twaalf was ik toen mijn vader naar het ziekenhuis moest voor staar. Staar een oogziekte waar je, als je goed optijd bent, een operatie kan ondergaan om weer meer te kunnen zien. Voor z'n ingreep moet er een hele screen gemaakt worden van je lichaam. En dat was het, die klote screen die ons leven stil had laten staan.

'Kell, kell' hoorde ik mijn zus zeggen. 'Wij moeten naar het ziekenhuis, met papa en mama' ging mijn zus verder terwijl ze op mijn bed zat en mij wakker schudde. Ik draaide mij om 'naar het ziekenhuis?' Ik zag mijn zus bezorgd kijken 'het voelt niet goed kell, kom kleed je aan' en ze stond op en liep naar der kast. Mijn zus en ik deelde een kamer, zij was veertien jaar en ik twaalf. Zij en ik, ik en zij wij waren onafscheidelijk. Mijn beste vriendin. Vonden het heerlijk om op 1 kamer te slapen. Samen uren praten over alles voor het slapen gaan. Lachen en huilen deden wij samen. 'Ben je al klaar?' Riep mijn zus vanaf de overloop. Ik was zo in gedachtte verzeild dat ik niet merkte dat mijn zus uit de kamer liep. Ik keek naar mijzelf in de kaptafel. 'Nee bijna, ik kom eraan' en pakte mijn kleding van een stoel en stormde naar beneden, richting de badkamer. 'Wat kan er zo belangrijk zijn dat wij met z'n allen naar het ziekenhuis moeten komen?'

De deur ging open, er kwam een man in een witte jas binnen. Hij was een man van ongeveer mijn vaders leeftijd. Ik zag mijn vader hem groette en gaf een hand. Hij groette mijn moeder ook. 

Daar zaten wij dan, in een kamer van 2 bij 4. Een familie kamer noemde zij het. Het was een kamer helemaal aan het einde van de hal, de weg ernaar toe liep je langs verschillende kamers waar mensen lagen. Ik keek er naar binnen en zag mensen met een slangetje in hun neus en hoestend. Ik deed mijn hand voor mijn mond en liep verder. Mijn zus stootte mij aan, en schudde nee, ik snapte haar hint dat ik mijn hand weg moest halen, maar ik kon het niet. Ik kreeg een rilling over mij heen. 'Waarom zijn wij hier?' dacht ik in mijzelf.

De deur ging open, er kwam een man in een witte jas binnen. Hij was een man van ongeveer mijn vaders leeftijd. Ik zag mijn vader hem groette en gaf een hand. Hij groette mijn moeder ook. Mijn ouders en de man met de witte jas deden wat raar tegen elkaar, alsof zij elkaar al jaren konden. Hij ging zitten en deed zijn jas uit, zo dat voelt goed en keek mijn zus en mij aan, ik zit liever in mijn eigen kleding, dat praat wat makkelijker

De mandokter begon uit te leggen dat er soms een plantje in je lichaam kan groeien, het begint als een klein zaadje en als je er niet op tijd bij ben dan wordt het een plantje..

Mijn vader keek de man aan en de man knikte. 'Ik ben dokter ... en ik wil jullie wat uitleggen, daarna neemt je vader het over' ik keek van hem naar mijn vader 'mijn vader.. wat heeft hij ermee te maken' dacht ik. Mijn zus was aan het beven, ze was duidelijk zenuwachtig. Ik kon het nog niet plaatsten, ik vond het raar allemaal, vreemd en dat was ik nog aan het bezinken. De mandokter begon uit te leggen dat er soms een plantje in je lichaam kan groeien, het begint als een klein zaadje en als je er niet op tijd bij ben dan wordt het een plantje. Het plantje groeit dan door heel je lichaam en daar kan je ziek van worden. Ik knikte, maar begreep niet waarom hij dit vertelde. Mijn vader nam het gesprek over, 'ik heb dat plantje in mijn lichaam, en het groeit alleen maar verder' hij slikte even. 'Ik word heel ziek en ik weet niet of papa nog beter wordt' ik keek verbaasd, ik keek naar mijn zus die was aan het huilen. Mijn moeder had een rode neus en dikke tranen in haar ogen, maar ik zag dat ze er tegen vocht. Ik keek weer naar mijn vader, 'gaat u dood papa?' Het werd stil..

Papa, mijn papa, klote ziekte heeft mijn papa meegenomen. Waarom? Het is nu 6 jaar later en ik mis mijn papa nog steeds. Ik lag nog steeds met mijn hoofd op de schouder van mijn moeder. Mijn moeder, altijd doorgaan en altijd blijven zorgen. Nu zag ik dat zij het moeilijk had. Ik brak, ik kreeg tranen in mijn ogen. Het is toch niet eerlijk. Ik keek op 'mams, ik mis hem ook verschrikkelijk' en ik gaf haar een dikke kus.

♡Kelly