Snap
  • Mama
  • Gezond

Wij zijn donor. En jij?

Dunya en ik raken in gesprek over donor zijn. Over tien jaar mag zij registreren, maar ze weet nu al wat ze wil.

Registreren

Vanaf achttien jaar kunnen jongeren orgaandonor worden. Het is de laatste tijd weer veelvuldig in het nieuws. We zien een spotje voorbij komen op televisie. Een volwassen zoon vraagt aan zijn vader of hij iets geregeld heeft voor na zijn overlijden. “Ben je donor?” Dunya zit geïnteresseerd te kijken. “Wat is een donor mama?” vraagt ze natuurlijk. Mijn kind dat alles wil weten en wil begrijpen. Zolang het maar niks met rekenen te maken heeft. En ik leg uit. Dat iedereen kan kiezen of hij of zij na het overlijden organen wil afstaan. “Bijvoorbeeld een hart. Iemand die een nieuw hart nodig heeft kan soms zo gered worden!” vertel ik. Dunya kijkt verbaasd. “Hoe kan dat dan? Als je dood bent klopt je hart niet meer. Dus dan heeft iemand anders er ook niks aan”. Het is niet de eerste keer dat ik overvallen wordt door slimme vragen van haar kant. Ik leg uit dat dokters weten hoe ze dat moeten doen, maar dat ik daar even geen antwoord op heb.

Donor

In het spotje worden mensen ook aangemoedigd om dat aan elkaar te vragen en er over te praten. Zo komen nabestaanden niet voor verrassingen te staan. “Ben jij donor?” vraagt Dunya dus. Ik knik. “Al heel lang!” Dunya verzinkt even in gedachten en vraagt dan: “En ik?” Ik schud mijn hoofd. “Jij kunt dat nog niet registreren. Pas als je achttien bent. Ik hoop dat het nooit gebeurt, maar als jij voor die tijd overlijdt dan moet ik beslissen!” Ik heb nooit hoeven nadenken over deze keuze. Sommige mensen vinden het erg moeilijk. Ik begrijp dat wel. Stilstaan bij wat er na je dood met je lichaam gebeurt is niet leuk. Je denkt liever aan andere dingen. Ik kan me dat goed voorstellen. Toch vind ik het niet moeilijk. Ik heb me jaren geleden, heel veel jaren geleden, al geregistreerd als orgaandonor. Misschien kan iemand beter worden door mijn organen, terwijl ik ze niet meer nodig heb. Dat zou fantastisch zijn! Alleen jammer dat ik daar dan zelf niks meer van merk. Maar ik kan me voorstellen dat het een troost is voor de mensen die achterblijven. Dat er toch mensen voortleven door de organen van degene die je moet missen.

Orgaandonor

’s Avonds komt het spotje weer voorbij. “Dat wil ik!” zegt Dunya. “Echt?” vraag ik. Ze knikt zelfverzekerd. “Waarom wil je dat dan?” vraag ik. “Als ik dood ben heb ik er niks meer aan. Dus mag iemand anders ze hebben, die dan blijft leven” zegt ze. Alsof het niks is. En het is ook niks voor haar. De logica is zo overtuigend en ze weet ook wat ze zegt. “Ik vind het een goed idee!” zeg ik. “Maar ik wil wel dat je weet waarom je iets wilt of zegt. Vandaar dat ik verder vroeg.” Dunya haalt haar schouders op. “Veel mensen vinden dit een moeilijke beslissing” leg ik uit. “Waarom?” vraagt ze verbaasd. “Omdat het gaat over na je dood. Dat vinden mensen vaak best vervelend om over na te denken of over te praten. Het is fijner om te denken dat je altijd blijft leven.” Ik vind het niet gek. Ik heb ook geen oordeel over mensen die geen orgaandonor zijn. Maar het is altijd beter om wel iets vast te leggen. Dan hoeven nabestaanden niet te bedenken wat jij had gewild. De volgende dag kom ik op internet een artikel tegen met tips hoe je met je kind over dit onderwerp kunt praten. Voorzichtig inleiden en niet meteen de vraag stellen of je kind het wil. Eerst vragen of het er wel eens over nagedacht heeft. Ik glimlach bij het artikel. Dat soort tips heb ik niet nodig. Dunya weet precies wat ze wil en gaat niet wachten tot ik haar iets vraag. Zij is voor mij een open boek en als ze dat niet is, geeft ze zelf die openheid wel.

De grote donorshow

In 2007 had BNN een geweldige stunt met de Grote Donorshow. Drie kandidaten waren in de race voor een nieuwe nier, die afgestaan zou worden door een ernstig zieke vrouw. Het werd een enorme rel in Nederland. Zoiets kon echt niet op tv. Maar BNN zei: “Op een wachtlijst staan voor een donor, dat vinden wij niet kunnen!” En dus ging het programma door. Net voordat de vrouw haar keuze bekend maakte, greep de presentator in. Het bleek een stunt te zijn. Briljant. Ik kan me niet meer goed herinneren of ik het gezien heb of alleen de onthulling, in de Journaals na afloop. Of dat ik op het laatste moment inschakelde. Ik had wel een vermoeden dat het een stunt zou zijn. Maar hoe en wat kon ik natuurlijk niet voorspellen. Door al deze aandacht, vooral van te voren, keken er zoveel mensen dat de discussie over orgaandonatie oplaaide. Ook leverde het na de show weer veel nieuwe donoren op. Dat is prachtig. Alleen de wachtlijsten bestaan nog steeds. Er zijn zoveel mensen die wachten op een orgaan. Laatst zag ik een terugblik op deze show. Hoe hadden mensen dit ervaren, de kandidaten, de actrice, de medewerkers. Knap hoe goed ze het geheim hadden gehouden.

Wij zijn donor

In Amsterdam zijn er op dit moment 230.271 mensen geregistreerd. Daarvan zegt 24,5 % dat ze hun organen wil afstaan. Ook op de website van orgaandonatie.nu staan tips over hoe je met elkaar in gesprek kunt gaan over dit onderwerp. Ik hoop dat de wachtlijsten steeds verder teruggedrongen worden. Dat er steeds meer mensen zeggen: “Ja, ik word donor!” Het verschil maken tussen leven en dood, dat is niet niks. Maar het is ook niet iets wat iedereen zomaar even doet. Je moet er wel achterstaan. Voor ons is het duidelijk. Als ons iets overkomt, weet iedereen het: Wij zijn donor!

Wil je ook meer weten over orgaandonatie of hoe je jezelf kunt registreren? Kijk dan op orgaandonatie.nu.

7 jaar geleden

Ik was vanaf mijn 18de donor, ik ben nu 62 en heb mij 2 jaar geleden uit laten schrijven. Door een ongeval in mijn dorp waarbij een 18-jarig meisje uiteindelijk om het leven kwam ben ik gaan nadenken. Ik heb veel gelezen. Ook de negatieve kanten en kwam tot de conclusie dat de overheid ons voorliegt. Orgaandonatie vindt niet plaats na de dood, maar ervoor. Je sterft op de operatietafel, sorry. Lees meer op mijn website en kijk eens naar de linken die ik hierover heb geplaatst. Zelfs een arts die orgaandonatie netjes beschrijft geeft toe dat hij zelf geen donor wil zijn omdat hij "in alle rust" wil sterven. Hij weet beter. Ik ook. Lees vooral de stukken over orgaandonatie op mijn website annetwood.nl/orgaandonatie

7 jaar geleden

Ik ben ook donor, al lang. Ik denk altijd; mocht ik ooit iets nodig hebben, zal ik ook blij zijn als ik geholpen kan worden via donorschap. Mijn vriend zegt altijd dat ik het maar moet beslissen. Ik zei hem; dat wordt een ja, want je zou het zelf ook fijn vinden. Daarnaast, mocht je het niet willen, moet je ook niets van een ander overnemen.

7 jaar geleden

Ik ben ook donor, vanaf mijn 18e. Ik zonder wel mijn hoornvliezen uit. Ten eerste omdat ze heel slecht zijn en ten tweede heb ik met mijn ogen de wereld gezien. Een ander zou de wereld anders bekijken. Klinkt misschien raar, maar zo denk ik erover. De rest mogen ze allemaal hebben.

7 jaar geleden

Ik wil graag bloed geven maar ze vinden me te moeilijk om te prikken, dus dat ging niet door. Als iemand donor is wordt het zo gedaan dat het niet zichtbaar is. Dat vind ik wel erg mooi. Ze houden dus ook rekening met de nabestaanden en het opbaren.