Snap
  • Mama

Vluchten doe je niet zomaar Deel 2

Vanmorgen zag ik het. De veldbedjes werden op elkaar gestapeld. Ze zijn weg. Alle 200.

Ik schreef in mijn voorgaande blog over het feit dat er 20 meter van ons huis een aantal dagen, eerste 2x72 uur, opvang zou worden geboden aan vluchtelingen.

In de eerste instantie was ik vrij sceptisch. Uiteindelijk is het me heel erg meegevallen. Totaal geen last van gehad. Ik zag af en toe wat jongeren de straat over steken, lachen met elkaar, sigaretten roken. Ook zag ik wat gesluierde vrouwen met tassen lopen. Geen jonge kinderen, maar vooral jonge mannen. Wel viel me op dat er een zooi fietsen voor de ingang van de sporthal stond. Het terrein zelf was met doeken en hekken afzet Ik neem aan om de asielzoekers privacy te geven, maar tevens ook de buurtbewoners. Ik heb altijd het zolderraam openstaan 's nachts en de zolder is tevens onze slaapkamer. Ik heb heerlijk geslapen. Niks van overlast, geen kabaal, geen terroriserende jongeren in de speeltuin op de hoek, maar gewoon de gebruikelijke nachtelijk stilte.

Uiteindelijk heb ik me niet meer opgegeven als vrijwilliger. Ik zat hier over na te denken toen wij bericht kregen dat er tegenover ons opvang zou worden geboden aan 200 asielzoekers.

Ik heb er voor gekozen dit niet te doen. Mede doordat er reeds genoeg aanmeldingen waren, maar ook omdat ik niet goed weet waar ik de tijd vandaan zou moeten halen. Al balanceren met 2 kids op de fiets en 3 tassen fietste ik dus vanmorgen langs de plek waar tijdelijk opvang werd geboden.

In een vluchtige blik vang ik een glim op van de lege sporthal. Er staan grote vuilcontainers vol met vuilnis voor de ingang geparkeerd. De (gym) zaal is leeg. Ik zie dat de laatste veldbedden worden opgestapeld. De tientallen fietsen zijn ook weg en de plek die 6 dagen voor 200 mensen hun huis was, wordt weer terugbracht naar zijn naar zijn oorspronkelijke functie, die van een gymzaal. Alsof er niks is gebeurt. Ik zal altijd weten dat hier mensen hebben geslapen, gegeten en gespeeld. Mensen die niks meer hebben, voelden zich op deze plek geborgen. Ik ben benieuwd waar deze mensen nu heen gaan en of er een tijd komt dat ze weer veilig naar huis kunnen gaan.