Snap
  • Mama
  • slapen
  • moederschap
  • loslaten
  • uitslapen
  • supermama

Uitslaapdag

Fragment uit: 'Supermama's, the true story' (nieuwe editie coming soon!)

Vanaf het moment dat onze dochter ging doorslapen en De Papa en ik het allebei aandurfden om ‘helemaal alleen’ eventjes voor een baby te zorgen hebben we de ‘uitslaapdag’ ingesteld. Op zaterdag mocht hij en op zondag mocht ik. Uitslapen dus, hè.

Ik kon niet wáchten. Ik ben namelijk gek op slapen. Als het op slapen aankomt, ben ik net een papegaai. Gooi een theedoek over mijn hoofd en ik denk dat het nacht is. Zet mij in het donker en de sluimer doet direct z’n intrede. Uitslapen? Heerlijk! Zalig! Wal-fokking-halla!

Ik heb ze dus nooit vertrouwd, die gekke mensen die rare dingen zeiden als: ‘Ik hou van vroeg opstaan, want dan heb je zo lekker veel aan je dag!’ Ik realiseerde me toen nog niet dat uitslapen een kunstvorm op zich zou blijken te zijn. Een kunstvorm die helaas definitief zou verdwijnen van de muren van mijn bestaan.

Mijn uitslaapdagen verliepen zó. Ook al slaapt onze vrucht in haar eigen kamertje, bij het eerste gepruttel vliegen mijn ogen open. Naast mij ligt De Papa nog vredig te tukken, waarop ik demonstratief aan het draaien en bewegen sla om hem wakker te maken zonder hem daadwerkelijk wakker te maken. Dat lukt nooit.

Ik ga dus over op stap 2: porren. Gevolgd door stap 3: schudden. Uiteindelijk moet het komen tot stap 4: ‘Schat, de baby is wakker!’ en heel soms zelfs tot stap 5: een natte spuugvinger in zijn oor.

Met een licht tot middelzwaar gekreun en gesteun staat hij op waarbij hij in zijn pogingen om zachtjes te doen zijn teen tegen de poot van het bed stoot, een boek op de grond laat vallen en de deur per ongeluk veel te hard dichtslaat. Dan volgt nog een vloek omdat de kat zich tussen zijn enkels door origamiet en een beuk tegen een ongelukkig geplaatst gangkastje en dan weet ik: ah, hij is bij de babykamer.

Ik probeer me te ontspannen en verder te slapen. Wat uiteraard niet lukt omdat ik een half oog op de wekker gericht houd en me vervolgens begin op te vreten over het feit dat de fles zeker tien minuten te laat aan de baby wordt gepresenteerd, waardoor mijn zorgvuldig uitgedachte planning op dat moment al in de war loopt. En dan moet de dag dus nog beginnen.

‘Zou ze de fles wel leeg hebben gedronken?’ vraagt een vervelend, snerpend stemmetje in mijn hoofd. ‘Want soms lijkt het alsof ze niet meer wil en dan laat ze een randje staan maar dan wil ze heus de rest ook nog wel.’

Ik breng op dat moment vijf dagen per week met haar door terwijl hij op kantoor moet zijn en dus weet ik alles per definitie het beste. Hij mag het op zijn eigen manier doen. Heus wel. Zolang zijn eigen manier maar wel exact hetzelfde is als de mijne.

Ik hoor een huiltje van beneden. Heeft hij haar nou dat laatste beetje melk nog gegeven? Heeft ze gespuugd? Moet ze een schoon pakje aan en liggen er nog wel gestreken rompers in de kast? Ssst, zeg ik tegen het stemmetje. Hou je kop. Ik mag uitslapen.

De kat begint aan de slaapkamerdeur te harken. Met een tergend gemiauw sommeert hij me om hem binnen te laten. Een ader klopt op mijn voorhoofd. Klerebeest. Zou ik een heel paar pantoffels in mijn maat uit zijn vachtje kunnen krijgen? Hm. Interessante vraag.

Ik hoor weer gehuil. Zou ze wel voldoende geboerd hebben? Want na die ene grote bouwvakkersboer volgt er meestal nog een kleintje. Zou De Papa dat wel weten? Houdt hij haar lang genoeg rechtop?

Ik draai me woest om, trek het dekbed over mijn hoofd en broed op plannen om ons hele huis te voorzien van camera’s en monitors voor als ik een uitslaapdag heb.

Nu is het ineens verdacht stil. Dat vind ik zo mogelijk nog vervelender dan het gehuil van zojuist, want nu kan ik namelijk niet inschatten welk cijfer op de Schaal van Vlekkeloos deze ochtend krijgt.

Gaat het wel goed? Is ze wel blij? Mist ze mij niet? Ik haal haar tenslotte vrijwel elke dag uit bed. Mijn hartslag stijgt.Ik draai me om. En nog eens. Het is pas kwart over zeven. En ik mag uitslapen, verdomme, ik mag uitslapen!

Nu moet ik plassen. Ik negeer het. Denk alleen maar droge gedachten. Woestijnen. Zand. Blakende zon. Schuurpapier. Het mag allemaal niet baten. Ik verlaat mijn warme bed en nu ik toch op ben kan ik net zo goed even naar beneden lopen. Niet om te controleren. Natuurlijk niet.

Gewoon. Om even te kijken.

(...)

4 jaar geleden

Precies dit dus ?