Snap
  • Mama

Suze Had A Baby. And HOW! (PART FIVE)

Een baby krijgen...die krijg je niet zomaar. Lees mee met Suzy Had A Baby. And HOW (deel 5)

Twee-en-veertig verdiepingen beneden mij kabbelt het Dubaaise leven gewoon door. De palmbomen dansen zachtjes in de wind, en de luxe jacht van de Sheikh drijft rustig op de golfjes die aanspoelen bij de strandtent-slash-nachtclub waar ik zo graag zwem en swing. De zon brandt nog trots aan de hemel, en de auto's brommen gemoedelijk langs mijn wolkenkrabber.

DE WERELD DAAR BUITEN WEET NOG VAN NIETS! In mijn buik is al – ik heb het net opgezocht – vijf weken een drukte van jewelste. Er is nieuw leven ontstaan: het gebeurde met de strikste geheim. Zelfs de CIA, MI6 of de KGB was hier nooit zelf achtergekomen. Daarom lijkt de wereld buiten mijn raam nog verdacht veel op die wereld die ik een uur geleden ook kende. Waar ik bij hoorde. Waar ik zo van genoot.

Nu sta ik erbuiten. Ik zit – verlamd van de schok – op mijn bedbug-geinfesteerde bed. Het Skype gesprek is beindigd. M had gezegd dat ik me geen zorgen moest maken. Dat hij er voor mij zou zijn. Na M zijn aanhoudende gepleit voor een abortus, en mijn voet-bij-stuk “ge-dat-kan-ik-niet”, weet ik nu al niet meer wat we daarna nog tegen elkaar gezegd hebben.

De twee laatste zwangerschapstesten heb ik nu al zo lang vast dat ze mijn zesde en zevende vingers geworden zijn. Een druppel urine zit opgedroogd op mijn pols. Ik ruik het. Mijn naakte dijen zitten aan mijn dekbed vastgeplakt, en mijn liezen staan vol zweet. Met zwabberende benen red ik het tot het toilet. De rest van de 1,5-liter fles water wil ook naar buiten.

Daar zit ik dan. Zwanger, op de plee. Ik probeer mij het nieuws eigen te maken. Het klinkt nog als iets wat in Syrië is gebeurd. Een bombardement waarvan iedereen z’n hand naar de mond schiet, er ‘Ooooh, wat rampzalig!’ gezegd wordt, en wat mensen tien minuten later even in het keukenkastje parkeren want er moet gekookt worden of de lippenstift bijgewerkt. Tien minuten later, zit ik nog steeds op die plee. Zonder keukenkast of stiftje. Ik ben zwanger, en de papa wil een abortus.

Terug op mijn bed. Vol verbazing kijk ik nog een keer naar het plaatje van de zwangeren-website op mijn computer scherm. Het lijkt al bijna op een mensje. Zeker met een beetje verbeelding. En het hartje klopt! Klopt dat wel? Nu al? Echt? In mij? Nieuw leven?

Jarenlang heb ik mij – wéér véél te romantisch – ingebeeld hoe het zou zijn wanneer ik zou ontdekken dat ik zwanger zou zijn. Ik beeldde mij in dat ik het nieuws eerst een weekje voor mijzelf zou houden. Ik zag mezelf op een bergtop staan, over de wereld uitkijkend met mijn hand op mijn buik, en een diepgeworsteld gevoel van dankbaarheid en tevredenheid ervaren. Tot in mijn kern zou ik voelen dat ik niet langer alleen zou zijn, en samen met mijn baby alles kon overwinnen. Daarna zou ik het de kakelverse papa vertellen in een intiem restaurant. Hem indringend aankijken. Fluisterend het nieuws overbrengen. Vanuit mijn mond zou het enthousiast over mijn bord huppelend naar de rand van mijn lepel gaan, op de kaarsenstandaard springen, en via de single-rose-vase, zo, huppa, rennend over zijn bord, floeps, zijn oor in kruipen. Ik zou zijn gespannen gezicht van blijdschap zien ontspannen. Hij zou vervolgens mijn hand pakken en zeggen, “Iets van ons samen, in jouw buik…wauw!” Ik zou dan van opwinding de vaas en de kaars omgooien en lachend zouden we dan - nog voor de boel afbrandde - samen de rooskleurige toekomst in rennen… om dozijnen jaren later te lachen om dat ene krantenbericht: ‘Eetgelegenheid in rook opgegaan: hier zit een luchtje aan. Hoe kon dit gebeuren?’.

Mijn gekruisde benen en mijn rug beginnen pijn te doen van die rare, gekronkelde houding waarin ik op mijn bed zit. Alsof iemand mij erop gesmeten heeft. Uitgespuugd.

Zo voel ik me ook. Herkauwd en uitgespuugd. Want M wil mij niet. Niet met buik-inhoud. We hebben nog een keer met elkaar gebeld. Ik vertelde hem over ons baby’s hartje.

“Dat is nog helemaal geen mensje,” zei hij monotoon. “Het is gewoon een korreltje rijst. Een puist. Niets meer. Nog niet eens. Zo klein is het. Echt, Suzy. Een abortus. Dat moet.”

Dit kan niet waar zijn. Mannen reageren toch wel vaker negatief op schokkend nieuws? Omdat ze niet zo goed tegen veranderingen kunnen? M draait wel bij. Dat moet wel. Er zit immers een baby in mijn buik.

Suzy Had A Baby. And HOW! (PART ONE): http://www.mamaplaats.nl/blog/suzy-had-a-baby-and-how-part-one

Suzy Had A Baby. And HOW! (PART TWO): http://www.mamaplaats.nl/blog/suzy-had-a-baby-and-how-part-two

Suzy Had A Baby. And HOW! (PART THREE): http://www.mamaplaats.nl/blog/suze-had-a-baby-and-how-part-three

Suzy Had A Baby. And HOW! (PART FOUR): http://www.mamaplaats.nl/blog/suzy-had-a-baby-and-how-part-four

8 jaar geleden

Mooi omschreven!

8 jaar geleden

Het werd nog veel erger...

8 jaar geleden

Respectloos, inzichtloos nou ja alles loos, bah wat een waardeloze manier van denigreren van dit manexemplaar. Jammer dat je dat soort taal hebt moeten aanhoren...

8 jaar geleden

Echt jammer van die smet op je zwangerschap, en die smet is hij!