Snap
  • Mama

Moesten wij in ons eigen land blijven?

Het is donker. Een flard van het kapotte gordijn wappert voorzichtig heen en weer. Een vaag schijnsel van de maan kruipt naar binnen.

Het is donker. Een flard van het kapotte gordijn wappert voorzichtig heen en weer. Een vaag schijnsel van de maan kruipt naar binnen. Verlicht de kale vloer waarop een oud, dun en viezig matrasje ligt met daarop een dun dekentje.

Buiten is het fris maar droog. Zwaar gedreun verstoort de nachtrust. Stampende voeten. Ronkende vliegtuigmotoren. Gesuis. Piepende autobanden. Een knal. Plots dreunt het matrasje op de kale vloer. Oorverdovende herrie, het laatste stukje gordijn scheurt los en vliegt de vrijheid tegemoet. Als een witte vlag wappert ze naar buiten, onder het schijnsel van de maan zoekt zij haar eigen weg. Langzaam verandert het witte schijnsel van de maan in een oranje gloed.

Grote, angstige ogen volgen haar vanonder het dunne dekentje. Bibberend wordt het dekentje nog een beetje strakker omgeslagen. Je enige bescherming.

Dan vliegt de deur open. Rennende voeten, een gil. Je wordt bij je arm vanonder je veilige dekentje getrokken. Wakker worden! We gaan! Nu!

Gelukkig.. het is mama. Mama redt. Mama is veilig. Mama weet wat ze moet doen. Snel worden er zoveel mogelijk kleren over elkaar aangetrokken. hemden, blouses, truien, broeken. Je kunt je nauwelijks meer bewegen, maar mama zegt dat het niet anders kan. Met een haast pijnlijke greep trekt mama je mee de trap af. Je probeert je oren af te dekken tegen de herrie, maar mama rent zo hard.. houdt zo stevig je arm vast..  Dan sta je buiten. Mama met een kleine koffer in haar hand geklemd, in haar andere hand jouw bange hand. Bang voor wat je zult zien durf je haar niet aan te kijken. Maar mama weet wat goed is. Mama redt. Mama is veilig.

Mama zegt iets, maar haar stem wordt bedolven onder de oorverdovende herrie. Een jeep scheurt voorbij. Donkere gelaten kijken strak voor zich uit. Een wapen in hun handen. De lucht is roodgekleurd, een warme gloed op je gezicht.

Mama begint te rennen. Laat de deur openstaan. Omdat het niet anders kan zegt ze.  Ze rent. Met haar hand stevig om de jouwe. Je voelt je vingertjes bij elkaar geperst worden. Maar je zegt niets. Huilt niet. Mama rent. Dus jij rent. Want mama redt. Mama is veilig.

Rennend, struikelend over brokstukken, krom gebogen om de ergste hitte niet te voelen, rennen. Een schram op je been, een blauwe plek her en der en een snee in je gezicht. Het geeft niet. Het kan niet anders.

Uren, zo niet dagen rennen. Soms ben je te moe en draagt mama je. Haar koffertje al verloren. Mama blijft doorgaan. Slaapt niet. Eet niet. Laat je geen seconde los. Want mama redt. Mama is veilig.

En dan is er de boot. Nooit eerder zag je een zee. Stiekem ben je onder de indruk van die woeste waterpartij. De golven, het geruis. Maar je mag niet onder de indruk zijn. Je moet rennen. Samen met mama en heel veel anderen wring je je op de boot.  Zitten of liggen is er niet bij. Er moeten zoveel mogelijk mensen mee. En dus houdt mama je vast. Draagt je. Zodat je even, heel voorzichtig een beetje uit kunt rusten. Want mama is veilig.

De reis is lang. Regen, storm, golven, honger, dorst. Maar mama zegt dat het niet anders kan. Vanaf nu wordt alles beter. Geen oorlog meer. Rust. Veiligheid. We zullen niet veel hebben, maar we leven. En wie weet.. ooit.. kunnen we terug. Dan gaan we kijken of we papa kunnen vinden. En oma en opa. En je neefjes en nichtjes. Je vriendjes. Wie weet.. ooit..

Land in zicht. Gespannen tuur je naar dat kleine stukje hoop. Eindelijk mag je van de boot. Mama blijft bij je. Wat een drukte. Je verstaat de mensen niet. Wat willen ze? Zijn ze boos? Dan de warmte. Iemand slaat een deken om je heen. Verrast kijk je naar mama. Mama huilt. Ook mama heeft een deken om haar schouders. Langzaam komt er een gevoel van hoop. Zou het gelukt zijn? Zijn we veilig? Een kop warme thee wordt in je handen gedrukt en iets wat op eten lijkt. Het smaakt vreemd, maar wat ben je er blij mee. Op een geimproviseerd bed kruip je tegen mama. En je slaapt. En mama slaapt. Want mama heeft gered. Mama is veilig. De taal leer je wel, je leven lang zul je werken. Om te bedanken voor de warme deken. de thee. de sandwich. En ooit, na jaren, keer je terug. Naar een land waar ieder jaar herdacht wordt hoeveel mensen hebben geleden en het niet hebben gered. Waar ieder jaar de vrijheid gevierd wordt. Waar ieder jaar bedankt wordt voor alle hulp die ontvangen werd.

Naar een land, waar jaren later, steeds meer mensen opstaan die de deur dicht willen gooien. Waar de dekens op lijken te zijn. Een kop thee te veel moeite is. Waar gelachen wordt om dat kleine mannetje met zijn gezichtje in de zee. Hij was er bijna.

Naar een land waar kennelijk vergeten is hoe het ook kan. Hoe dankbaar we mogen zijn. Naar een land waar ik me voor schaam. Want wat als er 70 jaar geleden tegen onze opa's en oma's was gezegd: Ga maar terug. Zoek het maar uit. Wat als er gelachen was om jouw opa of oma die de oversteek niet gered heeft? Weer eentje minder?

8 jaar geleden

Wat een mooi stuk, vooral de laatste alinea zorgt toch wel voor een traan. Dat mensen angst hebben voor het onbekende kan ik nog begrijpen maar een ander de dood in wensen omdat het "eigen volk" zogenaamd iets wordt afgenomen, is onbegrijpelijk. Mensen geloven maar alles wat op social media wordt rond geschreeuwd. Over hoeveel een gezin wel niet per maand krijgt...nergens op gebaseerd. Ik hou het er voor mezelf altijd maar op dat het gewoon domme mensen zijn die zulke gemene en domme dingen zeggen. Maar toch merk ik aan mezelf dat het elke keer wat met me doet wanneer ik weer de vreselijkste verwensingen lees. Gun een ander wat je jezelf ook gunt, dan zou de wereld een stuk mooier zijn.

8 jaar geleden

dank je wel voor je mooie reactie. Dat is precies het probleem wat ik ook heb. Liefst zou ik iedereen helpen die het nodig heeft. Feitelijk kan ik niet veel. Maar inderdaad, de haat, de intolerantie, gevoed door angst, ik kan het niet meer zien of horen. Mensen die oprecht blij zijn als er andere mensen verdrinken. Ik kan er niet bij. Waar zouden wij nu zijn als onze grootouders geweigerd waren? Als zij geen hulp hadden gekregen? Wat geeft ons het recht om een ander niet te helpen. Het is misschien een cliche, maar iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen. Ik ben ook niet rijk, moet puzzelen om brood op tafel te krijgen voor mijn kinderen, maar wie ben ik om tegen een ander te zeggen dat hij of zij geen 'recht' heeft op hulp? Geld kan ik niet geven, een dak boven hun hoofd ook niet. Maar ik hoop echt dat de mentaliteit die nu heerst gaat omdraaien naar iets positiefs en we die mensen in ieder geval het gevoel geven dat ze er niet alleen voor staan..

8 jaar geleden

Weet je,ik ben moe,doodmoe. Van alle haat en alle verschrikkelijke verwensingen. Van het misgunnen,van geen kans geven. Zijn we hier vergeten hoe het is om geen vrijheid te hebben,je leven niet zeker te zijn ? Zijn we vergeten hoe het is om een onzekere toekomst te hebben of op de vlucht te zijn ? Om afhankelijk te zijn van de goodwill van andere mensen ? Zo lang is het nog biet geleden. Braaf elk jaar onze eigen vrijheid herdenken (wat ons goed recht is natuurlijk) maar deze vrijheid niet willen delen of een ander gunnen. Nee,ik ben geen barmhartige samaritaan,ik doe eigenlijk weinig voor m'n Nederlandse medemens. Maar ik roep niet zoals zovelen "eigen volk eerst". Nee ik doe ook weinig tot niets voor de vluchtelingen. Behalve dat ik het hun gun om hier hun geluk,vrijheid en toekomst te vinden.

8 jaar geleden

dank je wel, ik hoop stiekem dan de mensen in Nederland eens gaan beseffen dat dankzij de helden van toen wij de helden van nu kunnen zijn..