Snap
  • Mama
  • onzekerheid
  • vergelijken
  • Hierennu
  • Bewijzen

Leven in het moment

Ik denk altijd 10 stappen vooruit maar bij stap 11 denk ik; had ik maar langer stil gestaan bij stap 1.

Op de opvang hoor ik de leidster tegen een moeder zeggen; hij heeft zijn groente helemaal op dus dat valt niet meer te geven. Moeder; nou dan eten wij thuis nog maar een broodje en een fles. Waarop de leidster weer zegt; hij heeft hier ook goed brood gegeten.

Dit gaat over een kind die 2 dagen voor mijn kind geboren is. Mijn kind krijgt sinds 1-2 weken steeds beter potjes op, laat staan brood.

Note to self; jouw kind is 5 weken te vroeg geboren met 3 weken achterstand. Die mag je corrigeren met 8 weken. Hij hoeft niet hetzelfde te kunnen als dat andere kindje.

Dat weet ik allemaal heel goed maar toch wil ik dat mijn kind zich mee optrekt aan zijn leeftijdgenootjes, ja nu al. Waarom? Omdat ik niet wil dat mijn kind anders is dan de andere? Ook al is hij niet anders? Omdat hij/wij al genoeg hebben meegemaakt en ik ‘gewoon’ alles volgens het boekje wil?

Op momenten dat ik denk; ja nu kan ik oprecht genieten van mijn kind, komt er weer iets voorbij dat ik mij weer terug bij af voel.

Had ik in het begin maar meer genoten van mijn zwangerschap, of van de kraamweken, in het begin nog meer gedragen, nog meer geprobeerd wel die band te voelen/creëren en niet afstandelijk.

Alle had ik maar’ zou ik ook kunnen omzetten naar; ik ga nu extra genieten van dit, en dat moment in mij laten opzuigen. Helaas denk ik steeds aan had ik maar.

Mijn hoofd voert een strijd met elkaar. Het willen leven in het hier en nu, schuldig voelen over de gemiste oprechte momenten van toen en de druk voelen voor later.

Maar wanneer hij dan voor het eerst zelf omrolt, iets nieuws kan of hele verhalen vertelt sta ik als een cheerleader aan de zijkant en ben ik zo trots als een pauw.

De tijd van social media helpt hier ook niet bij. Oude klasgenoten die ook een kindje krijgen en het perfecte ouder leven delen. Terwijl jij de echte verhalen ook kent en het alles behalve perfect is. Toch geeft dat druk/ maakt het mij onzeker. Maar zeggen al die beelden meer over hun of mij?

Wanneer ik het gevoel heb dat hij en ik die moeder-zoon relatie krijgen gebeurt er weer een ontwikkeling die deze, voor mijn gevoel/van mijn kant, weer helemaal kapot scheurt en opnieuw moet beginnen met opbouwen.

Wellicht voelt hij mijn onzekerheid ook dondersgoed aan. Ik kan hem aankijken en hij denkt ‘hoi’. Kan zijn vader hem aankijken en hij glimt van oor tot oor.

Net zoals het ophalen bij de opvang; ik roep hem en 0 reactie, zijn vader roept hij; hij hoort herkenning, ziet hem en glimlacht breed.

Hierdoor wil ik hem (weer) gaan dragen. Of wel meer gaan dragen, dicht bij mij hebben. Oprecht te genieten van elk moment, van het hier en nu. Misschien ook uit schuld maar vooral om nu de wond niet nog groter te maken dan hij is.

En mij ergens gelukkig prijzen dat hij met bijna 9 maanden nog klein en fijn is. Zodat ik extra van zijn babytijd en momenten kan genieten.

En hopelijk heelt tijd echt alle wonden...