Snap
  • Mama
  • #zwartewolk
  • #postpartumdepressie

Het diepste dal

Toen ik twee weken de diagnose had was alles zwart. Ik huilde dagen aan een, kon Luna bijna niet eens aankijken en had geen oog meer voor Boaz. Elke dag had ik spijt van Luna en zag ik haar als aanstichter van deze ziekte. Ergens was ik boos en kon haar niet verdragen. 2 maanden heb ik haar niet vastgehouden, geen kus gegeven of überhaupt iets mee gedaan. Totaal gevangen door het monster in mijn hoofd, het monster dat zei dat het nooit meer beter werd. De hele dag was ik gespannen, gejaagd, onrustig en onwijs angstig. Ik kon amper nog eten en ben in 11 weken 13kg afgevallen. Mijn “medische ik” was streng voor mezelf: structuur moest ik houden! Elke dag om 8uur ontbijten, voor half 11 gedoucht zijn, 3 maaltijden per dag eten en elke middag slapen.

Zo zagen mijn dagen er maandenlang uit en kan me er eerlijk gezegd weinig nog van voor de geest halen. De tijd tussen Luna haar geboorte en de diagnose is grijs en komt in vlagen terug door middel van foto’s. Maar van februari tot april weet ik bijna niks. Het lijkt wel alsof mijn brein het volledig heeft geblokkeerd. Ik kon geen prikkels verdragen: geen tv kijken, geen muziek luisteren, de kinderen niet in de buurt, niet kunnen lezen en al helemaal geen mensen zien. Elke dag zag ik hulpverleners en dat was alle kracht die ik kon opbrengen, het was zo zwaar. Mijn ouders, broer & schoonzus zie ik normaal gesproken wekelijks en had ik nu 2 maand niet gezien. Mijn zus daarin tegen 5 maand niet, omdat ze ook in Helmond woont was dat nog lastiger. Ik heb een onwijs hechte vriendenkring, waar ik zo zuinig op ben en lief heb. Maar ook mijn vriendinnen heb ik 2 maand niet gezien. De enige die ik kon verdragen was Marjan, zij is mijn zon. Ze kent me al jaren, door en door. Aan 1 blik, appje of belletje heeft ze genoeg en komt ze in actie. Ik kan bij haar in slaap vallen op de bank, uren huilen, klagen en de slechtste gedachten uitspreken. Ik kwam bij haar slapen om rust te krijgen ipv opname, ik nam daar een bad als ik er s’avonds doorheen zat en wandelde km’s lang.

Aan het einde van de tweede week was het op. Ik had 1 week babythuiszorg maar zelfs dat was onvoldoende en ik smeekte voor een opname want ik zag het leven niet meer zitten. Ondanks dat ik het echt wenste zei elke hulpverlener: “nee Arlette dat wil je ècht niet!”. Er moest iets gebeuren en ik zei ook tegen Ward dat ik ècht aan de antidepressiva moest gaan, want ik kon het niet meer dragen. Toen ik dat zei, barste hij in tranen uit en wist hij genoeg : het is echt mis als ze dit zegt! Ik starte met antidepressiva en kreeg last van slapeloosheid de eerste 2 weken, onwijze nachtmerries en heb wel bijna 4 weken suïcide gedachten gehad. Tranen rollen over mijn wangen als ik dit schrijf, hoe kòn ik dat denken? Nou de depressie had mij toen volledig in zijn macht en kon mij bijna overtuigen dat dat de oplossing was. Zo diep, zo pijnlijk en vooral zoveel schuld en tranen. Ik voelde me compleet gestoord, zag eigenlijk totaal iemand anders in de spiegel. Wie was die vrouw? Wie had de moeder van de kinderen afgenomen? Waar is je sarcasme? Waar is je humor? Maar het allerbelangrijkste: waar is je liefde?. Elke dag was een strijd om de dag door te komen. Elke dag vroeg Boaz aan me “mama, jij weer huilen?” “Mama, ik jou even een knuffel geven?” & “mama, gaat het met jou?”. Als Boaz bij mijn ouders was geweest, zat hij huilend in de auto naar huis. Hij wilde niet meer naar huis, het voelde niet meer fijn voor hem. Mijn maag draait nog om en de tranen die vloeien als ik er aan denk, mijn lieve zoon zag zijn mama volledig afglijden. Ons huis voelde niet meer als thuis voor hem. Ik verdronk bijna in het schuldgevoel. Ik wou dat het anders was, maar ik kon het echt niet meer.. 

Wat ongelooflijk zwaar voor je!