Snap
  • Mama

En dan ineens kun je niet meer plassen..

11 november 2014.. We raken nét de 35 weken zwangerschap. Nog even geduld..nog zoveel te doen..

11 november 2014. Ik start de dag met een warme douche en zing een liedje voor mijn kleintje, veilig in mijn buik. Nét 35 weken zwanger, we hebben geduld, maar zijn stik nieuwsgierig. Vandaag hebben we een crematie van iemand uit onze kennissenkring. Na het douchen kleed ik me aan, het meest van mijn normale kleding past nog steeds. Op de panty na dan, dat is nu een echte zwangerschapspanty, tot net onder de oksels. Na het aankleden merk ik dat ik me niet echt lekker voel, m'n maag rommelt en ik heb hoofdpijn. Tijd om er over na te denken heb ik niet. We stappen de auto in en mijn man rijdt ons richting het crematorium. Voor we uitstappen drink ik nog even snel een flesje water leeg. Wat krijg ik toch altijd een naar gevoel van dit soort gebouwen. Het zet je weer even met beide benen op de wereld; niets is voor eeuwig. Ik merk dat ik moet plassen en met mijn toch al zwakke blaas ren ik bij binnenkomst direct de toiletten in. Mmmh, geen druppel. En toch moet ik echt plassen. Ach, het zal de spanning zijn. Even opschieten, de dienst begint. Samen met mijn man en een paar vrienden volgen we de dienst en ondanks dat ik de persoon in kwestie niet goed heb gekend, krijg ik een brok in mijn keel en vecht ik tegen de tranen. Het gevoel van moeten plassen wordt steeds heftiger en na de dienst breng ik direct een bezoek aan het toilet. Op m'n gemak dit keer. Weer lukt het niet. Vreemd. Maar eens even wat drinken. De dorst is, zo merk ik nu, ook flink aanwezig. In de aula drink ik gretig een sinas, een kop thee en een glas water. Laat die plas maar komen! Na het condoleren gaan we vrijwel direct naar huis. Ik ben ineens ontzettend moe en voel me niet lekker. In de auto pak ik het flesje water van mijn man over, de dorst is groot en lijkt ontembaar! In mijn buik beweegt ons kleintje heen en weer, hard, meedogenloos lijkt het. Mijn buik wordt hard en ik zie aan alle kanten de bewegingen van onze uk. Rustig aan daar binnen, denk ik hard op.

Thuis kleed ik mij uit en trek mijn meest 'charmante' huispak aan, maak een kruik en ga midden op de dag naar bed. Niets voor mij. Ik pak zelfs de afwasteil mee naar boven. De frons in het voorhoofd van mijn man merk ik op, maar laat het langs me heen gaan. 'Ik ben boven aan het werk.' zegt hij. 'Als er iets is geef je maar een gil. Probeer maar wat te slapen.' 

Ik nestel me in bed en leg de warme kruik in m'n zij en probeer lekker te gaan liggen. Het lukt niet, ik moet nog steeds plassen. Toch nog maar even naar het toilet. Ik gebruik het toilet gretig, maar niet om te plassen. Het lukt me niet, ik kan het overgeven niet tegen houden. Alles draait, m'n maag protesteert, mijn buik is hard, ik heb het warm.. of toch koud. Het houdt niet op. Ik tol op m'n benen wanneer ik twee armen om me heen voel. Mijn man.. Het geven van een gil was niet nodig.

Als vanzelfsprekend belt hij onze verloskundigenpraktijk en doet verhaal. We moeten langs komen. In huispak, inclusief kruik en afwasteil stap ik in de auto. Het is inmiddels half zes 's avonds. Ik doe mijn best om me te herinneren wanneer ik mij voor de laatste keer zo beroerd heb gevoeld. Nog nooit, bedenk ik mij. Bij de dienstdoende verloskundige doe ik mijn verhaal van het niet kunnen plassen en het acuut beroerd worden. De verloskundige kijkt in ons dossier en merkt op dat we net 35 weken zwanger zijn. Ze  luistert naar de kleine; dat lijkt in orde. Dan onderzoekt ze mij. M'n hartslag is, in tegenstelling tot alle voorgaande keren, hoog. Niet gek concludeert ze, na zo'n hectische dag. Wellicht zijn het de emoties van de crematie die dit alles veroorzaken. Dan drukt ze in mijn zij en ik kan het niet helpen; ik slaak een gil en de tranen lopen over m'n wangen. 

De verloskundige besluit dat ik toch even naar het ziekenhuis moet. Ze verwacht dat er iets mis is met mijn nieren. Dit zou het niet kunnen plassen en beroerd worden verklaren. Ze belt ons door en we moeten direct komen. 'Moeten we ons vluchtkoffertje mee nemen?' vraagt mijn man. De verloskundige wuift dit weg. Met nog ongeveer 5 weken of langer voor de boeg vindt ze dat niet nodig. Per slot van rekening gaan de meeste eerste zwangerschappen over tijd. Dat was ons eerder verteld. We stappen in de auto en zonder iets te zeggen, zonder overleg zijn mijn man en ik het eens. We rijden naar huis en pakken ons vluchtkoffertje dat we juist de dag ervoor gereed hebben gemaakt. 

Het is rustig op de weg en we arriveren via de Spoedeisende Hulp. We zijn aangemeld en mogen direct door. Het gaat allemaal snel en voor ik het weet word ik in een rolstoel naar de afdeling gynaecologie gereden. We krijgen te horen dat de gynaecologe net is weggeroepen voor een bevalling en dat het dus wel even kan duren. Ik krijg een behandelkamertje toegewezen en ben blij als ik in het bed ga liggen. Wat een helse pijn is er in mijn buik ontstaan en wanneer stopt dit? Ik blijf braken en het plassen lukt niet. Koorts heb ik niet, wel een heel lage temperatuur. Na overleg met een andere gynaecoloog buitenshuis krijg ik een infuus met vocht. Dit moet er hopelijk voor zorgen dat ik kan plassen. Na een uur en meerdere keren overgeven en pogingen tot plassen wordt het besluit genomen voor een katheter om de blaas te legen. Het inbrengen doet zeer en tot ieders verbazing komt er wel geteld één druppel urine. Verder niets. Weer telefonisch overleg. De druppel urine wordt voorzichtig uit de katheter gehaald en direct voor onderzoek naar het lab gestuurd, als ook mijn bloed. Niet veel later komt een verpleegkundige ons melden dat de waardes in mijn urine en bloed te hoog zijn en er bepaalde stoffen in zitten die er niet horen. Wat dit inhoudt is ons onduidelijk en wordt ook niet verteld. Het is wachten op de gynaecologe. Niet veel later arriveert zij en vraagt mij nogmaals het verhaal te doen van de afgelopen dag. Of ik al getoucheerd ben is haar tweede vraag. Na aan te hebben gegeven dat we pas 35 weken zwanger zijn en de verloskundige hier geen reden voor zag, word ik verplicht mee te gaan naar een andere behandelkamer. 

Met mijn voeten in de beugels wacht ik af wat er komen gaat. Gelukkig stelt de gynaecologe me op mijn gemak voor zij mij toucheert. Vier centimeter ontsluiting is de conclusie, waarop ik lichtelijk in paniek raak. 'Dat is te vroeg.' zeg ik. De gynaecologe stelt ons niet echt gerust door dit te beamen. Wel geeft ze aan dat er meer vrouwen zijn die al redelijke tijd met ontsluiting rond lopen en pas (veel) later bevallen. Ze geeft aan dat ik moet blijven en er de volgende dag een echo van de blaas en nieren gemaakt zal worden. Tot die tijd krijg ik vocht toegediend in de hoop dat ik uit mezelf kan plassen. De katheter blijft helaas zitten. Ik krijg iets tegen de pijn en tegen het overgeven en samen met mijn man betreed ik het ons aangewezen kamertje. Hij mag niet blijven, er is niet voldoende plek. Rond 23.00, nadat ik m'n spullen uit het vluchtkoffertje heb uitgepakt en mijn man me in bed heeft toegestopt als een klein kind, gaat hij naar huis. Ik huil, voel me alleen en ellendig.. Om over de zorgen maar te zwijgen.

7 jaar geleden

Wat vreemd zeg dat je man niet bij je kon blijven.ik moest met 36.7 weken naar het zk wegens gebroken vliezen.en er werd meteen een bed op de kamer neer gezet voor mijn man.