Snap
  • Mama
  • meisje

Dat kleine meisje

Het is druk, in mijn hoofd, in mijn hart, op mijn werk, in mijn huis.

Ik ben een beetje druk, en dat brengt in mijn geval onbedoelde stress met zich mee. Nu ben ik niet het type dat meteen hypernerveus en chaotisch rondwandeld. Ik ben het type dat innerlijke rust uitstraalt,  de ballen hoog houdt en alles naar behoren, dan wel niet perfect doet.

Dat gaat me nog makkelijk af ook. Maar het heeft een keerzijde.  De keerzijde is dat ik van binnen een gevecht voel,  alle emoties zijn zwaarder. Ik ben meer boos en meer verdrietig. Ik verwijt je en ik haat je en ik ben er klaar mee, en waarom helpt niemand, maar dan allemaal in mijn hoofd.

Uitspreken kan ik niet, want dat is me nooit geleerd.

Huilen kan ik niet want er is me gezegd dat er altijd iemand is die het zwaarder heeft. En daar zijn geen oorlogen mee gewonnen.

Zelfmedelijden mag niet, want dat is zwak en je bereikt er niets mee.

Je kan op niemand rekenen behalve op jezelf. En hulp aanbieden doet niemand, want ik heb het tenslotte altijd zo goed voor elkaar. Mij gaat alles makkelijk af.

Mijn zus daarentegen is het tegenovergestelde van mij. Een schat van een mens vol gevoel en mensenliefde, naïviteit en de daarbij komende problemen.

Zij krijgt hulp, haar verdriet snappen ze, mijn boosheid niet.  Terwijl we het zelfde voelen maar het anders uiten.

Maakt ze een foutje, dan is dat zielig en een aai over haar bol.Doe ik  dat , dan wordt ik afgerekend, want van mij wordt het niet verwacht. 

Met geld, problemen, verdriet, paniek wordt ik gebeld. Ik los het altijd op.

En daardoor voel ik me soms weer dat meisje, dat meisje van 14 dat werd verlaten, door iedereen waar ze van hield.

Door iedereen vergeten, alleen thuis. Dat meisje dat sterk moest zijn en de wereld alleen moest verkennen. Dat meisje dat voor haar papa zorgde omdat hij dat zelf niet meer kon door depressie en medicatie, en vluchtte van huis, dat meisje waarvan haar zus weg ging, naar haar nieuwe vriend omdat dat makkelijker was dan bij ons, en dat meisje waarvan haar moeder de deur uit liep met de woorden: ik moet even aan mezelf denken en daarbij kan ik nu geen kinderen gebruiken.

Dat kleine meisje heeft keihard gevochten tegen instanties om bij haar vader te mogen blijven, dat meisje heeft samen met hem een nieuwe mooie wereld ophebouwd. Dat meisje dat heel snel groot werd in een harde wereld. Met een papa die zich terug vocht en er weer voor haar  was.

Dat meisje is vergeten, want zij zit in mij, de sterke stoere vrouw,  die de wereld omver blaast. Dat meisje is nooit gezien.

De enige die haar niet kan vergeten ben ik, omdat ik op de momenten van drukte en stress terugval in haar emoties. En nu heb ik geen papa meer om op terug te vallen.

Nu moet ik een grote meid zijn.