Snap
  • Mama

Dan word je langzaam van je roze wolk gekickt

"We gaan toch even prikken voor de bilirubine, misschien moet ze onder de lamp maar dat is helemaal niet erg."

Langzaam werd de rest van de familie ook op de hoogte gebracht. De volgende dag zou er een hoop op kraamvisite komen in het ziekenhuis. Wat waren we trots op onze kleine frummel en we konden niet wachten om haar te showen! 

Mijn vriendin kwam nog wat kleertjes brengen die haar dochtertje niet meer paste. Alles wat we hadden was veel te groot. De verpleegkundige kwamen om te helpen met de luier, het badderen en voeden. De luier en het badje deden ze maar zelf "want dat was sneller." Ik kon nog niet veel, zitten en opstaan om naar de wc te gaan was een hel. Het wc bezoek zelf trouwens ook. Regelmatig moest ik dan ook het cooling pack verwisselen. 

Eind van de ochtend kregen we te horen dat als alles goed ging we in de middag naar huis mochten, maar ze adviseerde om nog een nachtje te blijven. Dat vonden we een beter plan. Zo kon manlief de commode en het wiegje nog in elkaar zetten voor we naar huis mochten.  

De tweede nacht in het ziekenhuis ging ook prima. Ze kwamen 's nachts de kamer binnen voor de voeding. We probeerde haar elke keer aan de borst te leggen. Ondanks dat mijn productie snel op gang kwam had ze de energie niet om aan de borst te drinken. Het aanhappen ging niet goed en het wilde allemaal niet. Dus dan maar kolven en het met een flesje geven. 

De volgende ochtend kwam er weer een andere verpleegster. Deze vond dat ze wel erg geel zag. "We gaan toch even prikken voor de bilirubine, misschien moet ze onder de lamp maar dat is helemaal niet erg." Ik snapte niets van wat ze net zei maar knikte. Ze zat onder de grens maar het was verstandig nog maar een nachtje te blijven. Maar de volgende dag zouden we vast wel naar huis mogen. De kraamvisite beurde me weer wat op. In de avond begonnen de buikkrampen. Zo'n doordringende huil hadden we allebei nog niet gehoord. 

Ook de nacht was zwaar. Ik kreeg haar maar niet stil. Op een gegeven moment kwam er weer een verpleegster kijken met de vraag of het wel goed ging. Ik schudde mijn hoofd en barstte in tranen uit. Ze stelde me gerust en vroeg of ze haar anders niet even naar de zuster kamer mee zou nemen zodat ik even kon slapen. Slapen wat een mooi woord! Maar met een onderkant zo bont en blauw van de hechtingen, dat je niet normaal kon liggen of lekker kon slapen. De diclofenac hielp een beetje, maar niet genoeg. 

De volgende ochtend was het weer hetzelfde riedeltje; de verpleegster kwam, ze werd in haar hieltje geprikt voor de bilirubine en de uitslag was iets verhoogd. "Nog steeds onder de grens, maar we willen het nog een dagje afwachten. Morgen mogen jullie vast naar huis!" Ik had me er al op ingesteld dat we voorlopig nog niet weg zouden gaan. Gelukkig kwam er elke dag wel iemand op bezoek zodat ik me een beetje bezig kon houden. 

Het kolven, de pijnstilling en kraamtranen werden langzaam normale orde van de dag. Onze frummel wilde niet echt drinken en bleef afvallen. Elke dag hetzelfde liedje. Onder de grens maar we kijken het nog even aan, ook moest ze aankomen en beter gaan drinken. En elke dag met de belofte dat we de volgende dag naar huis zouden mogen. 

Tot donderdagochtend;  "Ze zit boven de grens, het is niet veel maar ze moet onder de blauwe lamp." Daar kwamen de tranen weer, maar ik wil naar huis! Hoe lang gaat het nog duren?