Snap
  • Mama

Als je dan denkt alles gehad te hebben (#10)

Na de bevalling van Puck kruip ik langzaam uit m'n dal omhoog, maar dan. Deel 10 in de reis naar een broer of zusje voor dochterlief.

De eerste weken na de bevalling blijven heftig. Fysiek herstel ik redelijk snel. Ik merk dat ik geen buikpijn meer heb. Ineens realiseer ik me dat ik de hele tijd ontzettend veel buikpijn heb gehad en nu is dat weg. We ontvangen allemaal bloemen, cadeautjes en kaartjes van vrienden, familie, collega's en leerlingen. Hartverwarmend.

Een week of vier na Puck haar geboorte besluiten we om een weekje weg te gaan. Dat is heerlijk. Ik kan ineens blij zijn met wat ik wel heb: een lieve man en een prachtige dochter. Toch besluit ik tijdens die week dat het goed is om met iemand te praten over wat ons allemaal is overkomen. Mijn man en ik gaan anders om met de situatie en hoe hard hij het ook probeert, hij dringt niet tot me door. Ik ben niet echt een type voor dit soort gesprekjes maar mijn man, familie, vrienden en verloskundige blijven me die kant op sturen. Uiteindelijk besluit ik om dan toch maar te gaan. Baadt het niet dan schaadt het waarschijnlijk ook niet.

Het grote verwerken gaat beginnen. Het eerste gesprek is heftig en ontzettend emotioneel maar wel heel fijn. Ik merk dat het leven alweer snel gewoon doorgaat, ook omdat je een dochter hebt waar je voor opstaat en leuk doet, maar dat het verdriet daarmee niet weg is. Vooral onderdrukt. In eerste instantie denkt ze dat het verstandig is om elke twee weken te praten. 

In de tijd tussen het eerste en het tweede gesprek besluit ik om een fotoboekje te maken van de geboortedag van Puck. Van dochterlief staat het geboortekaartje in de kast samen met een klein fotoboekje van haar eerste jaar. Puck verdient ook een plekje in onze kast. Ik merk ook dat ik ontzettend veel behoefte heb aan iets tastbaars. Alle foto's die we gemaakt hebben plaats ik in het boekje. Een emotionele maar fijne activiteit. Met zorg, liefde en aandacht plaats ik de foto's die het verhaal van die dag vertellen. 

Mijn "mevrouwtje" zoals ik mijn maatschappelijk werker noem is onder de indruk van mijn activiteiten maar tijdens het tweede gesprek zit ik weer een groot deel van de tijd te huilen. Ook dit is weer fijn. We besluiten, op mijn verzoek, om nog een gesprek te plannen. 

Tussen het tweede en het derde gesprek hebben we weer een controle bij de gynaecoloog (6 weken na de bevalling). Ik vloei inmiddels niet meer en het gaat allemaal best goed. De gyneacoloog was na de curretage niet zeker of alles weggehaald was maar dat lijkt toch het geval te zijn. We hebben de vorige keer al allerlei uitslagen gehad dus we verwachten eigenlijk weinig van dit gesprek. Het nieuws dat we krijgen komt dan ook heel onverwachts. Er zijn nog meer uitslagen van de autopsie binnen. Er is niks opvallends gevonden op een ding na. Er is een afwijking gevonden in de chromosomen van Puck. Even staat de tijd weer stil. Want wat betekent dit dan? Wellicht zijn de miskraam die ik kreeg voor Puck en haar vroeggeboorte te verklaren uit een chromosoom afwijking. Als dat zo is hebben we misschien een verhoogd risico op miskramen of lopen we het risico op een gehandicapt kindje als we überhaupt ooit nog wel een kindje kunnen krijgen. Dit nieuws slaat in als een bom. Houdt het dan nooit op? De gynaecoloog geeft echter ook aan dat het om een onschuldige variatie in het chromosoompatroon kan gaan en in dat geval betekent het helemaal niks. Mijn manische instelling hoort die laatste zin natuurlijk niet. Ik zit bij wijze van al met mijn hoofd bij ivf, icsi en embryoselectie. Als we duidelijkheid willen hebben zullen we een chromosoomonderzoek moeten doen. Dus na de controle lopen we gezamenlijk naar het lab om buisjes bloed af te nemen. Over drie lange maanden zullen we de uitslag krijgen. Opnieuw zitten we weer een hele tijd in spanning.