Snap
  • Mama
  • Relatie

#37 Een nieuwe vraag

Het is weer oud-en-nieuw. Ik ben ontzettend zenuwachtig, want ik heb weer een vraag voor T. Hopelijk bevalt zijn antwoord op deze vraag me..

We zijn uitgenodigd om bij vrienden van T. te komen zitten. Gewoon thuis. De vrouw van T.'s beste vriend is hoogzwanger van hun 3e kindje en ze willen graag thuisblijven. Mede zodat hun oudste twee kinderen gewoon in hun eigen bed kunnen slapen. Inmiddels heb ik dit gezin al een aantal keren gezien. De sfeer is altijd goed, dus zal het een gezellige avond worden. Daarnaast vind ik het helemaal geen probleem om deze avond bij hen thuis te zitten, ik ben sowieso geen kroegtijger (meer). 

De avond is inderdaad gezellig. Ik vind het heerlijk om het nieuwe jaar weer met T. te mogen inluiden. Het is een prachtig jaar geweest. Ik kan niet wachten om te ontdekken wat het volgende jaar voor ons in petto heeft. Rond een uur of 1 gaan we richting huis. Mijn huis. Maar wat zou ik graag willen dat het ONS huis zou worden! 
Ik zit er al een aantal weken over na te denken om T. te vragen of hij met me wil samenwonen. Ik heb meerdere scenario's afgespeeld in mijn hoofd. Wat als hij nee zegt? Betekent dat dan ook meteen einde relatie? En wat als hij ja zegt? In wiens huis gaan we dan wonen: zijn koopwoning of mijn huurhuis?

Eenmaal thuis kunnen we één van mijn katten niet vinden. Ik ben bang dat ze ontsnapt is en we zoeken dus net zo lang tot we haar hebben gevonden. Ze blijkt zich achter mijn losstaande oven te hebben verstopt! Daarna is het eindelijk tijd om naar bed te gaan. We zijn allebei ontzettend moe. 

De volgende morgen is het zover. Ik heb al mijn moed bij elkaar geraapt en dit is de dag dat ik het hem ga vragen. Ik ben zenuwachtig voor zijn antwoord, maar ik besluit dat ik het liever nu hoor als hij twijfels heeft over onze relatie. Ik wil niet weer 3 jaar van mijn leven verspillen net als destijds bij J. 

T. slaapt nog wanneer ik naar beneden sluip en uitgebreid ontbijt op bed maak: croissantjes, koffie, jus d'orange, de hele mikmak! Als ik boven kom, blijkt de geur van koffie genoeg te zijn om T. te laten ontwaken. Ik geef hem het dienblad met eten en hij is blij verrast. Ik kom naast hem op bed zitten. 'Waar heb ik dit aan te danken?' vraagt hij me en hij schenkt me een ondeugend lachje. 

Ik haal even diep adem en gooi eruit wat ik al weken op mijn hart heb: 'Ik wil samenwonen! Ik wil iedere dag bij je zijn, geen afscheid meer van je moeten nemen en de volgende stap zetten in onze relatie.' Even is het stil. Dan vraagt T.: 'Waar wil je dan gaan wonen?' Mijn hart maakt een klein sprongetje. Hij zegt niet meteen nee. 
Ik moet eerlijk bekennen dat ik er al veel over had nagedacht. Ik geef hem aan dat ik had bedacht dat hij zijn koopwoning nog even moest aanhouden. Dat hij eventueel een huurder kon zoeken om erin te wonen. Mocht het dan niet gaan tussen ons, kon hij in ieder geval weer terug naar zijn eigen huis. Ook heb ik bedacht dat we in mijn woning zouden proberen of het samenwonen wat voor ons is. En dat ik eigenlijk wel erg graag zou willen dat we definitief in mijn dorp zouden gaan wonen, mocht het allemaal goed (blijven) gaan tussen ons. 

T. heeft niet veel met het dorp waar hij nu woont. Hij is er bijna nooit. Hij kent er verder niemand. Hij heeft alleen contact met zijn buren. Het maakt hem dus niet veel uit waar hij woont. 
T. denkt er even over na en stemt dan in. Het lijkt hem ook een goed idee. Ik ben zo blij dat ik hem om de hals vlieg! T. kan nog net zijn kop koffie en glas jus d'orange redden, voordat deze omvallen in mijn bed.

Binnen twee weken heeft T. het merendeel van zijn spullen verhuisd naar mijn woning. Het meeste hebben we samen gedaan met mijn autootje. Sommige dingen heeft hij met zijn motor kunnen meenemen. Verder hebben we aan niemand hulp gevraagd of van niemand hulp gekregen.
Na ruim 1 jaar latten is het zover. Ook al is het op papier niet officieel, voor ons is het dat wel: wij wonen samen! En weer een nieuwe fase in onze relatie breekt aan. Dat de eerstvolgende nieuwe fase al heel rap zou volgen, hadden we toen nog niet kunnen vermoeden.