Snap
  • Mama
  • Relatie

#11 HET BEEST IS LOS

Heel even lijkt het goed te gaan tussen ons, maar dan komt J.'s ware aard naar boven...

Het is een aantal weken geleden dat J. is verhuisd. Sinds zijn verhuizing lijkt hij wat meer rust te hebben gevonden en heeft J. maar weinig contact gehad met zijn ouders. Hij gaat regelmatig naar zijn psycholoog en hij neemt zijn medicatie keurig op tijd in. Hij is stabiel en ik speel daar een grote rol in. 

Ik logeer inmiddels bijna dagelijks bij hem. Het  gaat goed en het is net of het nooit anders is geweest. Maar dan komen zijn ouders weer in beeld. Hij mist ze en heeft weer contact gezocht met ze. Hij wil ze het huis laten zien. 

Voorzichtig krijgt hij steeds meer contact met zijn ouders & dat is te merken! Ze zijn nog steeds volop aan het stoken tussen ons en J. laat zich daar helemaal in mee voeren. Ik kan niets meer goed doen. Ik krijg constant te horen dat ik me teveel met hem bemoei, dat ik hem klein probeer te houden & dat ik hem tegen zijn ouders probeer op te zetten. 

De sfeer tussen ons wordt steeds slechter en op een gegeven moment ben ik er klaar mee. Ik pak een vuilniszak en loop naar boven. Ik grijp al mijn spullen bij elkaar en begin deze in de zak te proppen. Ik kondig aan dat ik vertrek. 

Alsof ik een rode lap voor een stier houd! J. grijpt me vast en smijt me op bed. Hij doet me pijn. Aangezien hij jarenlang aan taekwondo heeft gedaan, weet hij heel goed hoe hij me in een houdgreep moet nemen. Ik kan geen kant op en ben oprecht doodsbang. Hij schreeuwt tegen me dat ik helemaal nergens naartoe ga. En ik kan niets uitbrengen...

Ik houd me rustig en na wat voelt als een eeuwigheid, maar natuurlijk in werkelijkheid maar een paar minuutjes was, laat hij me los. Hij neemt afstand en ik zie een woeste blik in zijn ogen die ik nog nooit eerder heb gezien. Ik durf niets te zeggen, ik durf niet eens te bewegen. 

J. pakt zijn telefoon en belt zijn vader op. Die staat in een mum van tijd voor de deur. Zijn vader wil met ons praten.

We nemen plaats in de kamer en J. doet zijn verhaal. Hij voelde zich machteloos & wil me niet kwijt, maar hij vindt dat ik respectloos spreek over zijn ouders. Hij heeft het gevoel tussen ons te moeten kiezen en zegt dat niet te kunnen. En dan begint hij te huilen.

Ik hoor het allemaal aan & weet niet hoe ik moet reageren. Het voelt allemaal heel onwerkelijk. Als één grote slechte droom. Als klap op de vuurpijl richt zijn vader het woord tot mij. J. kan hier niks aan doen. Geweld is nooit goed, maar dit gedrag hoort bij zijn ziektebeeld & ik moet daar begrip voor hebben. Ik moet hem niet zo uitlokken. Kortom, het was min of meer mijn verdiende loon. Ik was immers degene die hem weken geleden de eerste klap had verkocht?!

Als het weer enigszins rustig is, gaat J.'s vader weer weg. J. is moe en gaat naar bed. Hij eist min of meer dat ik mee ga. Bang voor een herhaling volg ik hem. De dag erna is het net alsof het nooit gebeurd is.