Taalontwikkeling in de natuur. Mama een konijnenhol

Met Luc in de natuur is het altijd een waar avontuur voor zowel Luc als voor mij. Luc verwonderd zich nog altijd om de kleinste dingen die hij vindt en ik verwonder mij altijd over de mooie opmerkingen die hij maakt. Toen we laatst de dierenpaadjes door het bos aan het volgen waren riep Luc: “Mama, mama, kijk een konijnenhol!” Hij verwonderd door het hol en ik verwonderd door zijn benoeming van het hol. Wat gaat het snel met zijn taalontwikkeling.

In oktober 2015 stond in het blad De Wereld van het jonge kind, een mooi artikel over taalontwikkeling door te leren over de natuur. In het artikel wordt er gesproken over de cognitieve invloed die het benoemen van de natuur heeft. Zo hebben kinderen al vanaf anderhalf jaar de behoefte om dingen te benoemen. Dit uiten ze door de vragen is dat? Of heet ie?. Door het geven van namen krijgen kinderen al op jonge leeftijd een enorme greep op levende en niet-levende dingen en wordt de woordenschat vergroot. Daarnaast heeft het benoemen van de natuur nog een affectieve invloed op jonge kinderen. Door het benoemen van bloemen, planten of bomen, groeten kinderen de natuur. Hierdoor worden ze ervan bewust dat het medebewoners zijn, vriendjes of vijanden. Lees het gehele artikel hier!

In het artikel gaat het vooral over het benoemen van de verschillende soorten. Ik wil nog een stapje verder gaan. Want er is nog veel meer mogelijk met taal in de natuur. Hieronder 3 tips die leuk zijn voor je kind en waarmee je de taalontwikkeling stimuleert.

Overheen, onderdoor of toch om de boom heen?

Als we aan het wandelen zijn komen we regelmatig omgevallen bomen tegen. Hier moeten we toch langs. Moeten we er overheen? Onder door? Of misschien toch om de boom heen? Luc kiest toch vaak een andere route dan mama maar we raken allemaal aan de andere kant van de boom en kunnen weer verder.

Dik, dun, groot of klein?

In het bos, het park of gewoon aan de straat staan altijd bomen, struiken of planten. We rennen eerst naar een heel dikke boom. Dan naar een dunne, een grote of juist een heel kleine boom. Op deze manier zitten de tegenstellingen er goed in en het rennen van boom naar boom is natuurlijk ook helemaal leuk.

Beschrijven van wat we zien

Als Luc vraagt; “Mama wat is dat?” Is het natuurlijk heel makkelijk om meteen te vertellen wat het is. Maar vaak stellen we ook vragen aan Luc. Hoe voelt het? Als het een diertje is hoeveel pootjes heeft hij? Wat denk je zelf dat het is? Zo komen we er samen achter wat iets is. En als mama niet weet wat het is gaan we lekker fantaseren en geven we het plantje of diertje zelf een naam.