Snap
  • Kind
  • moeder
  • praten
  • eerste
  • woord
  • woorden

Peuters leren nieuwe woorden sneller van hun moeder

Dat blijkt uit onderzoek van ontwikkelingspsycholoog Rianne van Rooijen.

Peuters leren nieuwe woorden sneller van hun moeder dan van een onbekende, zo blijkt uit onderzoek van ontwikkelingspsycholoog Rianne van Rooijen. Met haar onderzoek promoveerde ze vorige maand aan de Universiteit van Utrecht. 

De stem van de moeder heeft een groot effect op het leren van taal. Niet alleen nemen 'normaal' ontwikkelende 2-jarigen woorden sneller op, ook op peuters met een grotere kans op een stoornis in het autismespectrum (ASS) kan de bekende stem een positieve invloed hebben. De resultaten van het onderzoek kunnen bijdragen aan nieuwe taallessen voor kinderen die moeite hebben met sociale interactie. 

In het onderzoek van Van Rooijenwerden 149 'normaal' ontwikkelde 2-jarigen in twee groepen ingedeeld. "We hebben bewust gekozen voor die leeftijdscategorie, omdat de taalontwikkeling tijdens deze periode significante gevolgen heeft voor later", zegt Van Rooijen. Rond het tweede levensjaar zijn kinderen volop bezig met het uitspreken van woorden, daarvoor is het nog een grote brij aan spraakklanken. 

De peuters zaten voor een computerscherm met in beeld twee objecten. Zowel de woorden 'miekel' en 'gemer' aks de twee objecten waren verzonnen. "Hierdoor wisten we zeker dat we de peuters echt iets leerden wat ze nooit eerder gezien of gehoord hadden."

De ene groep leerde de nieuwe woorden van hun moeder, de andere hoorde de woorden van een onbekende. Eye-trackers hielden de kijkrichting van de peuters in de gaten, om te meten of ze beduidend langer keken naar het object dat hoorde bij het woord dat wel genoemd. De peuters die het experiment met hun moeder deden, waren beter in staat om de woorden aan de voorwerpen te koppelen dan de peuters die de woorden van een onbekende leerden. "Bij een onbekende stem verloopt dit proces minder vlot, omdat de peuters eerst moeten wennen aan het nieuwe stemgeluid, voordat ze nieuwe woorden goed kunnen opslaan in het geheugen", laat Van Rooijen weten. 

Een tweede onderzoek laat zien dat peuters met een verhoogd risico op ASS nieuwe woorden even makkelijk aanleren als 'normaal' ontwikkelende peuters. De taalontwikkelingsproblemen van kinderen met ASS hebben dus een andere oorzaak. "Er is dus goede reden om aan te nemen dat het probleem bij deze kinderen niet ligt aan het woordleerproces, maar aan het op lange termijn onthouden van woorden of leeromgevingen met te veel prikkels", zegt Van Rooijen.

Of andere bekende stemmen, zoals die van de vader, grootouders of de oppas hetzelfde effect hebben, is nog niet duidelijk. Van Rooijen: "Als opa of oma vaak oppast en het kind karakteristieken van de stemmen herkent, zou ook dit effect kunnen hebben op het leerproces. Maar vooralsnog blijft dit speculatie".

Bron: De Volkskrant