Snap
  • Kind

Pas op! Zwenkt uit, de eerste keer fietsen met je peuter

De eerste keer fietsen met je peuter. Na twee meiden was nu onze zoon er aan toe. De wilde bras heeft me hartkloppingen bezorgt.

De eerste fietstochtjes met je kind vind ik altijd vreselijk. Een wirwar van gevoelens. Trots, want wat wordt je kind groot. Angst, want dat kind denkt dat hij of zij veel groter is dan hij of zij is. En dan is er bij mij nog irritatie en frustratie. Bij de meiden ging het hartstikke goed! Ze wisten waar ze moesten fietsen. Deden dat ook netjes. De één was wel wat wilder dan de ander maar ze keken wel uit. Ik hoefde mij geen zorgen te maken.

Nu hebben we een jongen die toe is aan fietsen. Die is dus wilder dan de beide meiden bij elkaar. Gisteren ging ik voor het eerst met hem fietsen. Hij op zijn loopfiets. Als ik ernaast loop kan ik hem zo bij de nek grijpen, maar nu ik ook op de fiets zat ging dat iets moeilijker en het fietspad of de stoep is al een heel verschil. De volle boodschappen tas aan het stuur te bungelen helpt ook niet mee moet ik zeggen. Je zou denken dat hij niet zo snel kan op zo’n klein dingetje. Maar hij gaat als een speer! Het fietspad vind hij maar saai. Hij lijkt niet te snappen waarom de auto wel op het midden van de weg mag en hij niet. Ik heb hem een paar x van de fiets geplukt omdat hij levensgevaarlijke capriolen uithaalde. De auto’s haalden ons stapvoets in door over de stoep van de andere kant van de weg te rijden. Dank! voor al die lieve geduldige bestuurders. Hij praat aan één stuk door. Zwaait naar iedereen. Is zonder fietsen al bijzonder snel afgeleid dus dit was een hele uitdaging. Waarom zou hij stoppen voor een auto? ‘Die auto heeft toch een grote rem? Ik niet!’ was zijn antwoord. Fietsen met één hand liggend op zijn stuur is cool, want een piraat heeft ook maar één hand. Wat slingeren oplevert. Met één oog dicht. Je raad het al, net als een piraat. Dat levert nog meer slingeren op. Zijn ‘AAARRR’ geroep maakt het voor voorbijgangers aantrekkelijk om hem aan te spreken. Niet heel handig. Ik volop in de ankers omdat hij even moet afstappen en antwoorden, ‘Hoi, ik kan goed fietsen hè?’ De halve inhoudt van mijn boodschappen tas op straat. Het is maar een paar minuten fietsen naar de supermarkt, maar sjonge wat een gedoe. Ik heb maar in zijn taal gecommuniceerd. ‘Nou piraat, hou je hand en haak aan het stuur. En blijf dicht bij de stoep. Nee, niet die stoep. Nee, dat is niet dichtbij. Dicht bij de stoep! Twee handen aan het stuur! Ja, ik bedoel je haak ook aan het stuur. Kijk maar voor je. Ehm, ga maar met twee voeten fietsen.’ Oefening baart kunst! Hoop ik.