Snap
  • Kind
  • Observatie
  • ontwikkelingspsycholoog

Observatiesessie nummer 1

Gisteren was de dag aangebroken voor de eerste kennismaking van M. met het multidisciplinair centrum.

Aangekomen op school komt de juf al af met M. aan de hand. Je merkt dat ze een beetje van slag is dat ze uit haar klasje wordt gehaald. Terug aan de auto toegekomen blijkt dat ze het vooral moeilijk heeft dat ze haar boekentasje niet heeft. Gelukkig lag haar 2de boekentjasje (die ik gebruik voor vakantieopvang, uitstapjes...) klaar in de auto. Gelukkig draait ze hierdoor snel wat bij!

We rijden naar het centrum en moeten nog eventjes buiten op de stoep wachten (dank u corona! - gelukkig scheen het zonnetje). Snel nog een koekje eten, kijken naar alle auto's en vrachtwagens die passeren, maar uiteindelijk begint het wachten haar toch wat te lang te duren. Uit haar boekentasje haar ik haar knuffel en haar vloeibare zandlopers. We hebben al gemerkt dat M. heel graag kijkt naar de gekleurde druppels die bewegen. Dit houdt haar gelukkig eventjes bezig tot de psychologe ons komt halen.

Eindelijk zijn wij aan de beurt, en de psychologe probeert direct te interageren met M., die zich snel achter mij verstopt. We gaan haar kantoor binnen, en na het verplichte handen wassen, gaan we zitten. Er staat speelgoed, maar M. maakt geen aanstalten om te spelen. We babbelen een beetje, en de psychologe wil dat ik samen met M. wat ga spelen. De bakken vol speelgoed zeggen haar nog altijd niets, maar op de kast staat er een vormenspelletje die ze kent van thuis. Ze kiest dit, samen met een ander gelijkaardig speeltje en houdt zich even bezig.

Ondertussen babbelen de psychologe en ik nog wat verder. Eenmaal M. gedaan heeft met haar speeltjes zet ze ze mooi terug waar ze stonden en komt ze terug bij mij. We proberen haar opnieuw te laten spelen, maar tevergeefs. Op ontdekkingstocht gaan zit er niet in... Gelukkig heb ik nog de vloeibare zandlopers om haar wat bezig te houden.

De psychologe is wel tevreden dat M. op een redelijk gewone (toch schuchtere) manier interageert met haar. Het is een rustige omgeving met slechts 1 andere persoon, dus dit verwachtten wij wel. Steek in deze situatie nog 5 andere kindjes bij, en M. klapt helemaal dicht. Ze zegt ook dat ze nog niets heeft gemerkt van het gebrek aan oogcontact. Eerlijk gezegd hebben wij hier ook nog weinig van gemerkt, het zijn vooral anderen die dit opmerken (de juf, familieleden...).

Voor de rest laat de psychologe weinig in haar kaarten kijken. Ze gaat alle info van ons eerste gesprek, deze observatie en de resultaten van de vragenlijsten samenleggen. Binnen een week weten we meer en krijgen we hopelijk een hypothese.

Ik krijg een beetje schrik hiervoor. Tijdens de observatie waren er verschillende dingen die atypsich zijn voor ASS, maar die in andere omstandigheden wel meer tot uiting komen. We zullen erop moeten vertrouwen dat de psychologe dit alles ook goed in perspectief kan zetten en ons gevoel niet volledig afschiet!

Op sommige momenten lijkt M. perfect normaal, andere momenten is het overduidelijk dat dit niet zo is. Het zal.niet eenvoudig zijn om alle kanten te zien te krijgen!