Snap
  • Kind
  • gelukkig
  • jekrijgterzoveelvoorterug
  • temperamentvolkind
  • zouhetnooitwillenmissen

Hoe zorg ik ervoor dat mijn kind gelukkig is?

Als je kind niet lekker in zijn vel zit of zelfs letterlijk zegt dat het niet gelukkig is, dan wil je daar als ouder maar wat graag verandering in brengen. In de praktijk blijkt dit echter niet eenvoudig.

Kunnen wij wel zorgen voor het geluk van onze kinderen? En is dat überhaupt onze taak?

Naar mate kinderen ouder worden krijgen ze te maken met steeds meer invloeden die buiten jouw controle liggen.

Dit begint al na 3 maanden, als je als moeder weer aan het werk gaat en je kind start bij de kinderopvang. De hele dag is je kind onder de hoede van anderen en je weet natuurlijk niet precies wat er allemaal gebeurt. Laten ze je kind bijvoorbeeld huilen, of wordt het meteen opgepakt? Of je met een gerust hart naar je werk gaat, of juist met buikpijn, heeft te maken met vertrouwen. Vertrouwen in (de medewerkers van) de kinderopvang, daarna in de school/leerkracht, maar ook steeds meer: vertrouwen in je kind.

Want met elk jaar dat verstrijkt, maakt je kind steeds meer zijn eigen keuzes. Voor vriendjes om mee af te spreken (en moet jij vervolgens door de regen om hem op te halen😉), voor een sport(vereniging) waar zij hun tijd en zakgeld aan besteden. Als ouders kun je daar misschien iets in bijsturen, door bijvoorbeeld de tijd achter een (computer)scherm aan banden te leggen. Maar met de keuze van vrienden of activiteiten, is dat sowieso lastiger.

En bijsturen op geluk werkt soms zelfs averechts.

Je kan je dus afvragen in hoeverre je die invloed moet willen hebben. Zo sprak ik een moeder die zich veel zorgen maakte om haar zoon (8 jaar). Hij heeft weinig vriendjes en brengt veel tijd door achter de computer. Hij maakt op haar een lusteloze en ongelukkige indruk en zij wilde graag dat hij gelukkiger is. Om dit voor elkaar te krijgen legde zij het computergebruik nog meer aan banden en aan alle kanten probeerde zij haar zoon te stimuleren om met andere kinderen af te spreken, en heeft zij hem naar een sportvereniging ‘gestuurd’. Haar acties leverden veel frustratie op. Haar zoon had veel boze buien omdat hij al deze bemoeienissen niet wilde en daardoor werd het (liefdevol) contact tussen hem en zijn moeder (nog) minder.

De bedoelingen van deze moeder zijn uiteraard goed, maar hebben eigenlijk vooral ongewenste effecten. Ze wil haar zoon helpen en doet daar van alles aan.

Wat mij daarin gelijk opvalt: Zij is hard aan het werk en geeft haar zoon daarmee nog meer ruimte om zich passief op te stellen. Waardoor ik mij afvraag; is dit wat Max nodig heeft?!

Bovendien is wat zij probeert ten positieve te veranderen, gebaseerd op háár beeld van wat haar zoon gelukkig zal (moeten) maken. Waar hij daadwerkelijk gelukkig van wordt, weten we eigenlijk niet zo goed. Die vraag stellen lijkt mij in dit geval dus een mooi begin.

Bovendien is er een vervelend bij-effect van haar pogingen om haar zoon gelukkig te maken. Door aan te geven dat zij wil dat hij meer met andere kinderen afspreekt en zich aansluit bij een sportvereniging, geeft zij hem indirect de boodschap: ik vind de manier waarop je nu bezig bent niet goed en wil dat je het anders (op mijn manier😉) aanpakt. In feite wijst zij daarmee (waarschijnlijk onbedoeld) zijn gedrag af. De kans is vrij groot dat Max zich daardoor juist slechter gaat voelen in plaats van beter.

De daadwerkelijk verandering in zo’n situatie kan pas plaatsvinden als je als ouder eerlijk bent naar jezelf, wat jouw éigen verwachtingen zijn m.b.t. je kind. En je de ruimte geeft aan je kind om daar zelf heel anders over te denken. De oplossingen die je kind zelf heeft, kunnen op een heel ander vlak liggen dan waar jij aan denkt, of er is in de ogen van je kind eigenlijk geen probleem, en de situatie vraagt dan van jou een stukje loslaten en vooral (weer) vertrouwen.

Kijk goed naar je kind en eerlijk naar je eigen emoties. 

Vertel je kind wat je ziet qua gedrag en wat jij daarbij ervaart (zonder te verwachten dat je kind dezelfde ervaring heeft).

Als je kind op de bank ligt en op jou maakt het een lusteloze indruk, dan zie je je kind op de bank liggen, maar of je kind daar ook lusteloosheid ervaart is maar de vraag. Deze vraag stellen in plaats van invullen dat dit het geval is, kan je voor aardige verrassingen zetten. Bovendien kan het een opening zijn naar een verhelderend gesprek over wat er werkelijk in je kind omgaat.

De kunst is dan om je eigen oordeel over wat goed (en niet goed) is voor je kind achterwege te laten en open te staan voor de behoeftes en oplossingen van je kind. Hierbij hoef je natuurlijk niet alles goed te vinden; kinderen hebben ook regels en grenzen nodig.

Door je kind de ruimte te geven om (binnen de veiligheid van die regels en grenzen) zelf in te vullen wat en hoe het het zou willen, geef je je kind verantwoordelijkheid en regie over zijn eigen leven(sgeluk). Een vaardigheid die nu handig is, maar zeker in de toekomst van groot belang zal zijn.

Roept dit vragen op? Of herken je jezelf (deels) hierin en wil je dat ik eens mee kijk hoe jij jouw kind (effectiever kan helpen in een dergelijke situatie? Neem gerust contact met mij op voor een online klankbord-moment. Ik denk graag met je mee.