Snap
  • Kind

Babbel-Brabbel Competitie?

Moet je je zorgen maken als kinderen van anderen als hele echte woorden vormen?

Daar loopt ze dan, al hevig babbelend. Het lieve, schattige buurmeisje, die notabene nog een week jonger is dan Baby, zegt al echte woorden. Boek, bal, miauw, enzo. Even voel ik een vervelende, nerveuze ram in mijn maag, veroorzaakt door een soort stemmetje die zegt, “Zo, zo, haar baby kan al praten. Die van jou loopt achter! Doe er wat aan, want je doet het duidelijk verkeerd!”

Snel roep ik mezelf weer tot de orde. Er gaat niets verkeerds. Mijn baby is sneller met lopen, kruipen, klimmen, en koprollen maken. Motorisch is hij al 14, zo’n beetje. En qua praten? Baby schijnt het voorlopig nog bij “Ja”, “oh-ooh”, en “bye-bye” te houden.

Dat geeft niet. Iedereen groeit op (althans, dat is de prognose), en dat dan op zijn of haar eigen tempo. Enne, Baby heeft dan ook een hoop te verwerken, want Mama houdt het niet alleen bij het Nederlands. Bijna alles gaat de hele dag tweetalig. Drietalig, als het even lukt. “Kijk, een vogel! Look, a bird! Shouf, el asfour!”

En hij kijkt op, hoor! Dan wijst hij enthausiast naar het fladderige ding in de lucht, knijpt zijn handjes open en dicht, en gilt “kaaaaa, kaaaaaa, kaaaaaaaaaaaaaaaaa!”

Schattig, toch?