Snap
  • Bevallingsverhalen
  • Bevalling
  • moeders
  • depressie
  • energie
  • postnatale
  • Kraambed

Vader het kraambed in!

“Oké Sas, dit heb je geleerd”, dacht ik toen ik net twee minuten binnen was.

De kraamvrouw zelf stond al bij de voordeur en zwaaide deze open toen ik nog maar een been buiten de auto had gezet. Ze riep me toe: “Je bent zò welkom, we zitten in een rollercoaster!” Ze omhelsde me nog net niet. Terwijl ik naar binnen liep ratelde ze maar door: ” ik wilde nog wel een nachtje in het ziekenhuis blijven maar we moesten naar huis, ik ben donderdag al bevallen en….”.

Ik was bij een gezin dat 4 dagen daarvoor al bevallen was. De baby moest een paar dagen voor controle in het ziekenhuis blijven. Nu alles goed ging met de kleine mochten ze naar huis. Ik was daar om ze de eerste informatie te geven voor de komende nacht, dat hoort o.a. bij mijn taken als bevallingsassistent. Tussen twee zinnen van mama door, vroeg ik wat ze wilden drinken, nam zelf een kop thee en installeerde me op de bank en vroeg rustig: “vertel eens, het was afgelopen woensdag en toen”? Een stortvloed van woorden viel over me heen. Ik kreeg tot in detail verteld wat er v.a. woensdag gebeurd was. Naast de hele bevalling, kreeg ik ook precies verteld welke verpleegkundige wat gezegd had en wat ze van elke maaltijd opgegeten heeft. Ik denk dat ik met een frons in mijn voorhoofd heb zitten luisteren om het verhaal in mijn hoofd te ordenen. Tussendoor stond ze regelmatig op om de achterdeur voor de poes te openen, deze wilde een minuut binnen zijn om vervolgens toch liever weer een minuut buiten te zijn. Ze hadden in het ziekenhuis een al borstkolf aangeschaft. Het ding lag over hele tafel uitgestald. Het leek de kraamvrouw beter dat ze zag wat haar kindje binnen kreeg en met deze supersonische dubbele kolf, ging het ook allemaal lekker snel.

Als kraamverzorgsters krijgen wij vaak bijscholingen, zo ook over postnatale depressie, kraambedpsychose en kraamtranen. De kenmerken hiervan zijn wisselend. Van echt down tot hyper actief en onrustig zijn. Ik maak dat over het algemeen niet mee omdat ik alleen de bevalling en thuiskomsten net na de bevalling, begeleid. Kraamverzorgsters die 8 tot 10 dagen in een gezin blijven, hebben er eerder mee te maken, hoewel het zich vaak na de kraamweek aandient. Maar omdat deze mama al 4 dagen geleden bevallen was, ging er een belletje bij mij rinkelen. Voorzichtig informeerde ik naar haar energieniveau vóórdat ze moeder was. “Ik heb heel veel energie” zei ze. “Als ik op zaterdag 10 km ren dan ga ik daarna de ramen lappen en boodschappen doen.” Ik vroeg of een van haar ouders dat ook heeft. “Vader” zeiden ze beiden in koor. “Nou, gelukkig” dacht ik, “geen nare emotionele veranderingen na de bevalling”. Ik adviseerde haar niet teveel trap te lopen en deze dagen nog lekker veel in bed te herstellen. “Dat gaat niet gebeuren” zei manlief resoluut, “je krijgt haar niet in bed”. “Misschien moet jij dat bed dan maar in” dacht ik , gezien zijn witte hoofd met enorme bruine wallen. Volgens mij kan hij zijn vrouw niet helemaal bijbenen.

Na heel vaak bedankt te zijn, verliet ik met een vol hoofd het gezin. Thuis zat ik even naar het scherm van mijn ipad te staren. Hoe schreef ik professioneel de overdracht in het dossier? “Mevrouw heeft veel energie “volstond niet naar mijn idee. “Ik bel mijn collega, die daar gaat werken, morgenochtend wel even” dacht ik. Toen ik de volgende morgen opgehangen had dacht ik “ja, dat zou ik ook zeggen als ik haar was”. Mijn collega antwoordde: “Bedankt voor het bellen, komt goed”. Maar ik moest toch even grinniken toen ik een paar dagen later in de overdracht zag staan: “Mevrouw wil niet in bed. Mevrouw doet zelf het huishouden. Deze mevrouw is niet te stoppen”!