Snap
  • Bevallingsverhalen
  • Bevalling
  • inleiding
  • Dysmatuur

Een ingeleide bevalling

Hoe een ingeleide bevalling ineens heel snel kan gaan

Die ochtend rond half 10 wordt me verteld dat ik dezelfde dag nog wordt ingeleid. De baby in mijn buik is te klein en de placenta werkt niet meer goed. De baby heeft het zwaar in mijn buik... 

‘s Middags melden we ons weer in het ziekenhuis. Er wordt een ballonnetje geplaatst en verder moet ik me rustig houden. Mijn man mag gezellig bij me blijven, dus we kletsen wat en kijken wat tv. 

In de avond komt de verloskundige het ballonnetje even controleren. Hij blijkt er al bijna uit te vallen, dus geeft ze aan dat de bevalling morgen echt gaat gebeuren. Dat gaat snel! Omdat ik ‘moet’ slapen van de verpleegster om uitgerust aan de bevalling te beginnen krijg ik een slaappil. Wat heb ik heerlijk geslapen! 

Om 6 uur ‘s ochtends worden we wakker gemaakt. We mogen even douchen en ontbijten (ik niet teveel) en dan gaat het beginnen. Om 7 uur worden mijn vliezen gebroken en krijg ik weeënopwekkers. Er wordt ons nog wel uitgelegd dat het nog lang kan gaan duren. 

Daar zitten we dan. Ok, ik lig half. Beetje kletsen, beetje tv kijken, boekje lezen. Ieder half uur komt de verpleegster binnen lopen om te kijken hoe het gaat. Ik voel wel iets aan mijn buik, maar ik moet op het scherm van de CTG kijken om zeker te weten of dat nu een soort wee was of niet. Want nee, op dat moment durfde ik het nog geen weeën te noemen. 

Steeds als ik zeg dat ik nog weinig voel draait de verpleegster de weeënopwekkers iets omhoog. Tot ze zegt dat het echt genoeg moet zijn, niet dat ik in een weeënstorm terecht kom. 

Om kwart voor 12 is alles nog steeds rustig. Ik blijk 4 centimeter ontsluiting te hebben. Mijn man wordt gevraagd of hij niet wat wil eten, want het kan nog wel een tijdje gaan duren. Om 12 uur wordt zijn lunch gebracht en gaat hij lekker zitten eten. 

Tijdens zijn lunch beginnen de weeën ineens pijn te doen, en ook niet een klein beetje. Uit het niets ga ik van nauwelijks iets voelen naar helse pijn. Ik zeg nog tegen mijn man dat ik deze pijn echt geen uren kan volhouden. 

Om kwart over 12 komt de verpleegster weer binnen, en ze heeft natuurlijk direct door dat er iets is veranderd. Ze checkt de CTG rustig en wil weer vertrekken. Dan zeg ik in een opwelling: “Ik heb het gevoel dat ik moet persen, maar dat kan toch nog helemaal niet?” 

Dan begint de rollercoaster. De verpleegster haalt de verloskundige en ik blijk 9 centimeter ontsluiting te hebben. Ik mag persen! Ondertussen wordt er met spoed allerlei apparatuur de kamer in gereden ‘voor het geval dat’. 

Dan komt de gynaecoloog er ook bij. Uit de CTG blijkt dat de baby het erg zwaar heeft en met spoed moet komen. Ze zegt “je mag nog drie weeën persen en anders gebruiken we de vacuümpomp”. No way! De eerste de beste wee pers ik met zo veel kracht dat onze baby wordt geboren. Het blijkt een meisje te zijn. We zijn meteen helemaal verliefd op dit kleine mensje. 

Onze dochter, laten we haar hier Mini noemen, huilt gelukkig meteen en mag eerst bij mij op de borst. Wat een heerlijk gevoel. We zitten met zijn drieën in een bubbel en ik heb geen idee wat er toen om ons heen gebeurde. 

Mini is zoals verwacht te klein voor de zwangerschapsduur, ze is een dysmatuur. Er komt dan ook al snel een kinderarts binnen om haar helemaal te checken. Ondanks haar kleine formaat wordt ze helemaal gezond verklaard. 

Wanneer Mini even bij papa zit mag ik gaan douchen onder begeleiding van de verpleegster. Wanneer ik onder douche sta hoor ik wel wat consternatie in de kamer, maar ik ben vooral bezig met zelf overeind blijven. 

Ik kom de kamer in en er wordt me meteen verteld dat de bloedsuikerspiegel van Mini is gezakt en ze direct naar de couveuse afdeling moet. Ik mag nog net een shirt aantrekken en op bed gaan liggen. Mini wordt op mij gelegd en daar gaan we, in een ziekenhuisbed samen naar de couveuseafdeling. 

Hoe deze rollercoaster met onze dysmature Mini verder gaat? Dat lees je in mijn volgende blog...