Snap
  • Bevallingsverhalen
  • #verdriet
  • #overlijden
  • OK

Bo is er niet meer

Aangekomen op de OK wordt ons uitgelegd wat het verdere verloop zal zijn.

Bo zal van alle apparatuur afgehaald worden en in mijn armen neergelegd worden. Daar zal ze overlijden.

De controlefreak in mij en door mijn interesse in de medische wereld vraag ik toch nog of ze écht alles hebben gedaan. Of ze écht gelijk hebben met wat ze zeggen. Het antwoord is ‘ja’.

Ik doe net of ik het van ze aanneem maar mijn hoofd zegt anders.

Ik ken mijn kind, jullie hebben het allemaal mis! Als Bo zo in mijn armen ligt, heeft ze de beademing van jullie niet meer nodig. Als ze mij voelt en ruikt, gaat ze zelf weer ademhalen. Let maar op!

Ik krijg de vraag of ik mijn shirt uit wil hebben zodat ze huid-op-huid komt te liggen. Wat een gekke vraag vond ik dat, echt niet nodig. Nog geen 2 tellen later bedenk ik me, waarom ook niet! Ja, ik wil mijn shirt uit.

Omdat ik nog aan het infuus lig heb ik er hulp bij nodig die ik uiteraard ook krijg.

Bo wordt van alle apparaten losgekoppeld en in mijn armen neergelegd waarna we met zijn drieën overblijven in de OK. Waar alle artsen naartoe vertrokken zijn is mij een raadsel. We waren met zijn drieën.

Om 17.07 uur komt een arts terug bij ons, luistert naar het hartje van Bo en verteld ons dat Bo is overleden….

Mijn zombiemodus gaat uit en ik begin te huilen. Ze hadden gelijk, ik heb het verkeerd ingeschat. Minuten hebben we met zijn drieën nog zo gezeten, de artsen weer verdwenen. Op één arts na; de kinderchirurg. Zij zit op afstand in dezelfde kamer. Ik zie haar niet, ik heb haar niet gezien. Waarschijnlijk weer snel terug in mijn zombiemodus en in mijn bubbel want ik heb mijn kleine meisje in mijn armen.

De kinderchirurg zit op haar stoel te huilen om het verlies van ons kindje. Mijn partner staat op, loopt naar haar toe en geeft haar een knuffel waarop de kinderchirurg haar excuses meermaals aanbiedt. Ze hebben álles gedaan! Ze baalt dat het zo moet aflopen.

Door dit moment, krijgt mijn partner rust. Het feit dat een chirurg verdriet heeft om ons kindje, bewijst dat ze alles, écht álles gedaan hebben om het leven van Bo te redden. Maar het mocht ze niet lukken.

De natuur heeft anders besloten.

Met Bo in mijn armen worden we terug gebracht naar mijn kamer. Onze families die nog niet wisten dat wij weg waren geweest.

Wederom word ik naar mijn kamer gebracht en gaat mijn partner naar de families toe. Hij hoeft niks te zeggen. Hij valt zijn moeder in haar armen en dat zegt genoeg voor beide families. Ze weten hoe laat het is.

Ze komen allemaal naar mijn kamer, waar ze me één voor één een knuffel geven en een blik werpen op Bo die nog steeds in mijn armen ligt.

Verpleging zorgt voor koffie en thee en de uren gaan weer voorbij. In mijn zombiemodus.

De verpleegster die voor mij zorgde die avond en de dag daarna kwam als vanzelfsprekend ook vragen of ik nog pijnstilling nodig had.

(Lichamelijke pijn vervaagt wanneer je psychische lijdt)

Ik voelde me lichamelijk oké. Het enige wat ik heel graag wilde was een sigaret en waar ik de eindeloze preek verwachtte over dat het niet verstandig was omdat het niet ten goede zou komen aan mijn keizersnede wond verbaasde ze mij met haar antwoord;

‘Dat gaan we regelen, ik zoek nog een collega op die met ons mee kan en dan zullen we je naar buiten begeleiden.’ ‘We weten dat er protocollen zijn, maar die protocollen zijn er ook om in uitzonderlijke situaties gebroken te worden.’

Niet lang daarna word ik met bed en al naar beneden gereden, naar buiten, weg van de ingang om een sigaret te roken.

Van deze gekke situatie zijn foto’s gemaakt door onszelf. Als ik ze terug kijk, zie ik ontspannen gezichten en zelfs glimlachende monden. Soms is iets slechts, een goed medicijn.

Natuurlijk ben ik niet trots op bovenstaand stukje, maar het feit dat verpleegsters, die zich continu aan regels en protocollen moeten houden tóch hun menselijkheid hierin niet verliezen, stemt mij gelukkig.

De verpleging wijst ons op de stichting “Make a memory”.

Stichting Make a Memory fotografeert op verzoek van ouders en via bemiddeling van zorgprofessionals ernstig zieke, terminale en overleden kinderen in de leeftijd van 23 weken (zwangerschap) tot en met zeventien jaar.

We besluiten alles aan te pakken wat ons wordt aangeboden. Baat het niet dan schaad het niet.

Later op de avond, ik geloof rond 21.00 uur staat de fotografe in mijn kamer.

Ze is er wel, maar je merkt het niet. Op subtiele wijze positioneert ze ons en maakt ontzettend mooie foto’s van Bo en van ons allemaal met Bo.

Deze foto’s zijn goud waard! Deze stichting is goud waard!

Bo heeft maar 5 uur geleefd maar door de foto’s die we nu hebben, hebben we de rest van ons leven een mooie herinnering aan Bo.