Snap
  • Bevallingsverhalen
  • tweeling
  • Bevalling
  • prematuur
  • tweelingmama
  • Bevallingsverhaal

7 weken te vroeg bevallen van onze tweeling

4 juli 2019, 32 weken en 4 dagen zwanger. We zitten voor de zoveelste controle in de wachtzaal van het UZA. Bij een tweelingzwangerschap heb je iets meer controles dus we kenden het daar al op ons duimpje. Nietsvermoedend en dolenthousiast gingen we binnen bij mijn gynaecologe. Onze twee prinsesjes werden algauw goedgekeurd. Mijn baarmoederhals daarentegen niet. In 2015 ben ik, omwille van afwijkende cellen, geopereerd aan mijn baarmoederhals. Dit was de reden dat hij vanaf twintig weken gecontroleerd werd. Hij was duidelijk een pak korter dan anders. Alle vorige controles was hij rond de 3 cm. Nu 1,5 cm. Ik wist meteen wat dit betekende. Ik zou die avond niet thuis slapen, misschien zelfs te vroeg bevallen. Niets was zeker natuurlijk maar alles werd wel voorbereid.

Ik kreeg een kamer op de materniteit, mocht me installeren en er werd vrijwel meteen gevraagd wat ik de komende dagen wou eten. Het was dus vrij duidelijk dat ik daar nog even zou verblijven. De vroedvrouw kwam ons uitleggen hoe de planning eruit zag.

Aangezien er tekenen waren dat de meisjes weleens vroeger ter wereld zouden komen, gingen ze mij twee spuiten longrijping geven. Hierdoor zouden hun longen beter voorbereid worden. Het nadeel van deze longrijping is dat het de baarmoeder kan prikkelen. Iets wat absoluut niet mocht gebeuren. Hiervoor werden er dus weeënremmers opgestart. Tussen beide spuiten longrijping moet 12u zitten, nadien moest dit zeker nog eens 12u kunnen inwerken vooraleer ze zeker waren dat de longrijping zijn werk had kunnen doen. En daarna wouden ze me liefst nog 24u ter observatie houden met weeënremmers en 24 uur zonder weeënremmers. 72 uur. Ik was dus al zeker dat ik de komende 3 dagen niet meer thuis zou zijn. Leuk is anders maar wat moet dat moet.

Het wachten kon beginnen

En zo gezegd zo gedaan. Ik lag vrijwel meteen na de uitleg met een baxter en kreeg de eerste inspuiting in mijn bil. Ik moet eerlijk toegeven dat ik van mezelf vrij kleinzerig ben. Maar dit, deze helse inspuiting, deed echt wel pijn. Het was zelfs bijna met wenen maar ik heb me dan toch nog net kunnen inhouden. Wetende dat ik deze pijn 12 uur later weer zou voelen, maakte het er niet beter op. Maar liever de pijn dan te vroeg bevallen!

Na alle medische handelingen konden we even bekomen van wat er nu net eigenlijk allemaal gebeurd was. Echt ongerust waren we niet aangezien ik zelf weinig merkte van wat er zich in mijn lichaam afspeelde. Ik had geen vruchtwater verloren, ik had nog geen weeën en ik voelde me eigenlijk wel goed. Stephan ging snel over huis voor enkele spullen op te halen want ik had natuurlijk niets bij. Ik belde meteen naar mijn mama om te vertellen over onze bewogen namiddag. Diezelfde avond kwamen ze nog langs om ons wat gezelschap te houden. Ook Stephan ging die avond gewoon op café want veel meer dan wachten en rusten konden we niet doen. Hij kreeg wel één duidelijke boodschap van mij. NIET drinken. Je wist nooit wat de nacht zou brengen.

Maar de nacht was rustig. Buiten die vreselijke inspuiting natuurlijk! Nu de longrijping achter de rug was, was het afwachten. Zou mijn baarmoeder iets merken? Zou ze reageren op deze prikkels? Zou ik te vroeg bevallen? We hoopten van niet maar niets was zeker. Ik werd 3 keer per dag aan de monitor gelegd om te zien of ik al dan niet weeën aan het krijgen was. Dat aan de monitor leggen was niet altijd even makkelijk. Twee verschillende hartjes vinden is al een uitdaging, laat staan ze 30 min. op dezelfde plaats kunnen registreren. Mijn vroedvrouwskills, ohja voor degenen die het niet weten ik ben vroedvrouw van opleiding, kwamen dus nog van pas. Ik was vaak 30 min. of langer bezig aan een achtervolgingstocht om de hartjes van die twee prutskes te kunnen registreren. Leuke en memorabele bezigheid natuurlijk!

En zo gingen de minuten, uren en dagen voorbij. Zaterdagnamiddag om 17u werd de medicatie om eventuele opkomende weeën te remmen gestopt. Fieuw geen baxter meer dus iets meer beweegruimte. Ook al mocht ik nog steeds niet uit bed, behalve om me te wassen en naar de wc te gaan. Een bezoekje aan de neonatologie dat mocht ook nog. Kwestie van te weten waar onze dames misschien terecht zouden komen.

Zijn dat weeën?

Ik ben nogal een familiemens dus mijn ouders kwamen die avond nog eens een bezoekje brengen. Gezellig aan het babbelen met de tv aan op de achtergrond. Wat er precies net op tv was, weet ik niet meer maar ik herinner me wel nog dat ik af en toe specifiek naar het beeld keek om me even af te zonderen. Af te zonderen van het gebabbel om me te focussen op de pijn. Focussen op pijn? Oh nee, ik had pijn! En tijdens deze pijn werd mijn buik hard, zo hard als een steen. Ik schat dat ik dit een uurtje gedaan heb vooraleer ik er iets van zei. De pijn kwam ook helemaal niet regelmatig en was telkens anders qua duur. Geen reden voor paniek dan toch?

Na dit uurtje heb ik Stephan, mama en papa toch even verteld wat ik voelde maar voorlopig was er eigenlijk nog niks aan de hand. Het volgende uur werd de pijn frequenter, heviger en regelmatiger. Mijn ouders besloten naar huis te gaan en ook Stephan wou mee doorgaan. Hem heb ik tegengehouden. Ik vertrouwde de situatie toch niet helemaal. Voor hij naar huis ging, wou ik met zekerheid de stand van zaken weten.

Naar de verloskamer

Ik duwde op het belletje en even later kwam de vroedvrouw langs. Ik deed mijn verhaal en meteen werd ik aan de monitor gelegd. Na 10 minuten zag ik al enkele ‘bulten’ verschijnen op het scherm. Deze ‘bulten’ waren weeën. Na een halfuurtje kwam ze kijken en ook zij zag wat ik zag. Weeën zeggen natuurlijk niet alles dus om een volledig beeld te hebben, werd er bij mij nog een inwendig onderzoek gedaan. ‘Mevrouw, u heeft 4cm opening. Je mag rustig al je spullen nemen zodat we kunnen verhuizen naar de verloskamer’. 4 cm? Verhuizen? Verloskamer? Stephan kon duidelijk niet meer naar huis. Eigenlijk zijn we vreemd genoeg geen seconde bang geweest. We waren enthousiast, gelukkig en vol spanning. Ik zou te vroeg bevallen maar we zouden onze meisjes bijna ontmoeten!

Een hele nacht pufte ik de weeën weg. In het begin voorbeeldig zoals we dit geleerd hadden tijdens de zwangerschapscursus bij de vroedvrouwenpraktijk de Wolk. Stephan had duidelijk ook goed opgelet want wist perfect waar hij me moest masseren om de pijn draaglijker te maken. Wat was (en is hij eigenlijk altijd) hij lief. En zorgzaam. Alles deed hij, zonder enige zucht. De pijn werd erger maar de weeën werden niet echt frequenter en duurden ook niet langer. Geen idee dus of er effectief iets aan het gebeuren was.

Ik werd moe. Zo moe. Tussen de weeën door werden mijn ogen zwaar en vielen ze soms zelf wat toe. Misschien dat een bad me deugd zou doen. Ik ben namelijk een fervente badganger of hoe zeg je dat. Dagelijks een bad is bijna standaard voor mij. Het was dus zalig! Alleen kreeg ik snel koud dus van lange duur was het niet. Ondertussen werd het stilaan ochtend. Na de wissel van de vroedvrouwen, zouden ze nog eens een inwendig onderzoek doen. Om de stand van zaken na te kijken. Ik was super benieuwd. Geen oog dichtgedaan, toch wel wat pijn gehad, weeën weggepuft en een hele nacht rondgewandeld. Het zal toch niet voor niets geweest zijn.

Maar wat een domper kregen we dan te horen. 5 cm. Hoe kan dat nu? Op een hele nacht 1 cm vooruitgang. Hoe zou ik ooit aan die 10 cm geraken? De moed zakte me eerlijk gezegd in de schoenen. De vroedvrouw daarentegen was blij. Blij dat het niet vooruit ging. Elke seconde langer in mijn buik was een seconde gewonnen. Was een seconde dat de meisjes ouder en sterker waren. Was een seconde meer om te groeien in het beste huisje voor hen. Zo zie ik het altijd. Het beste huisje voor een baby’tje om in te groeien. En dat huisje was nog steeds het allerbelangrijkste voor hen. Ik begreep dus waarom de vroedvrouw blij was. Maar voor mij was het even genoeg geweest. Kon ik maar even slapen. Even mijn ogen dicht doen om er nadien weer met volle kracht tegenaan te gaan.

De keuze voor epidurale verdoving

Epidurale verdoving is mijn redding geweest. Op voorhand zei ik altijd dat ik zonder wou proberen. Ik wou voelen wat het is om mijn kindjes natuurlijk, zonder pijnstilling, op de wereld te zetten. Voelen wat al die vrouwen vroeger voelden en ook gewoon stuk voor stuk deden. Ik wou die ‘oerkracht’ waar soms over gesproken wordt voelen. Maar toen ik op het einde van mijn latijn was, zei ik volmondig ja tegen epidurale verdoving. En dit was toen voor mij een geschenk uit de hemel. Ik heb hier achteraf eigenlijk nooit spijt van gehad. Ik denk nu eerder waarom ik pijn zou lijden als het ook met minder pijn kan. Zelfs zonder pijn. Ik was volledig lam.

Vanaf ongeveer mijn bekken tot aan mijn tenen voelde ik niks meer. Ik kon mijn benen niet meer omhoog tillen, mijn tenen niet meer bewegen of mezelf niet meer op mijn zij rollen. Een heel gek maar toen aangenaam gevoel. Dit betekende natuurlijk ook wel dat ik niet meer voelde wanneer ik naar toilet moest. Er werd dus ook een blaassonde geplaatst. Maar so be it. Ik kon even rusten en slapen en daar deed ik het voor. Onze tweeling merkte hier trouwens niks van en bleef vrolijk rond spartelen in hun ondertussen niet zo ruim huisje.

Ik sliep vooral doorheen de dag. Stephan ging natuurlijk niet meer naar huis. Hij keek naar de tour de France, de tijdrit aan het Atomium. Dit beeld staat voor eeuwig in zijn geheugen gegrift denk ik. En zo ging onze dag voorbij en werd het weer avond. Zeer spannend was het ondertussen allemaal niet meer. Eerder saai en eentonig. De volgende domper was daar weer. Je kan het al raden waarschijnlijk. 5 cm! Jep niets vooruitgegaan. Helemaal niets. Een geboren, snelle bevaller ben ik dus niet.

Maar weer kregen we te horen dat dit positief was. Dat er hopelijk geen vooruitgang meer zou komen, dat de weeën zouden stilvallen, dat de epidurale verdoving verwijderd zou kunnen worden en dat we weer naar huis zouden kunnen. Wablieft? Naar huis? Met de baby’s nog in mijn buik? Ik weet echt dat ze het goed bedoelden en dat dat ook het beste zou zijn. Maar ik was er klaar mee. Ik wou ze ontmoeten. Ik wou te vroeg bevallen. En liefst zo snel mogelijk. Maar zo zag het er dus niet uit. We gingen de nacht van zondag op maandag in met 5 cm. Voor degenen die de tel kwijt zijn, ik lag al van zaterdagavond op de verloskamer. Al zo’n 26 uur ondertussen.

Het einde is in zicht

Na weer een rustige nacht, nog eens een dikke merci aan de epidurale verdoving om me te laten slapen, verwachtte ik niet veel meer. Rond 8 uur kwam mijn gynaecologe binnen. We hadden haar het hele weekend nog niet gezien want ze was niet van wacht. Haar gezicht zien deed me wel deugd. Dit wou zeggen dat ze in het ziekenhuis was vandaag moest het eindelijk eens ‘the big moment’ zijn. Ze deed een inwendig onderzoek en bracht verrassend nieuws. 8 cm! Halleluja!

Na ongeveer 36 uur had ik 8 cm ontsluiten. De bevalling tegenhouden had geen zin meer. Even later kwam de vroedvrouw mijn vliezen breken. Ze zouden wel zien wat er gebeurde maar dat ze vandaag ter wereld zouden komen, dat stond vast. Nu werden we wel zenuwachtiger. Niet bang maar de spanning nam toch wel toe. Nog snel een smsje naar mama sturen zodat ze heel de dag paraat was.

Een uur laten, rond 9 uur, had ik daar vanonder een drukkend gevoel. Vreemd dat ik iets voelde aangezien ik verlamd was sinds ik epidurale verdoving had. De vroedvrouw nam dit gevoel dus meteen serieus. Het zoveelste inwendige onderzoek werd uitgevoerd. Ineens had ik 10 cm ontsluiting. Er werd niets overhaast maar alles werd wel klaargezet voor le moment supreme. Stephan en ik keken elkaar glimlachend van geluk aan. We hadden er alle vertrouwen in.

Ook al waren dit mijn eerste kindjes en zou de bevalling op zich ook nog wel even kunnen duren, werd iedereen verwittigd en opgebeld. Ik kan je zeggen, er komt heel wat volk aan te pas bij een tweelingbevalling. De gynaecoloog, de assistent gynaeoloog, de vroedvrouw, twee kinderartsen en twee pediatrisch verpleegkundigen. 7 ervaren personen, allemaal ter beschikking voor ons.

De weeën duurden lang maar volgden elkaar niet super snel op. Nadat ik dus met man en macht geperst had, tot paars worden toe, had ik telkens wat tijd om uit te rusten. Zelfs om mopjes te maken en te lachen met de gynaecoloog. Eigenlijk vond ik het zelf super gezellig. Maar door gezelligheid werden er natuurlijk geen baby’s geboren. Een bevalling is hard werken. En daar zorgden ze dus voor. In plaats van weeënremmers, werden er nu weeënopwekkers toegediend. Het compleet tegenoverstelde dus. Al snel volgden de weeën zich vlot achter elkaar op en was er van gezelligheid en lachen niet veel sprake meer.

Daar zijn ze dan

De druk onderaan werd heviger, ik kreeg meer pijn en perste alsof mijn leven ervan afhing. Het hoofdje van ons eerste kindje zat zo laag dat ze niet meer terug naar binnen kroop. Haar haartjes waren goed te zien. Nu zou het echt niet lang meer duren. Enkele seconden later, om exact 11u, werd er een klein glibberig, wit ding op mijn buik gelegd. Elle. Ik rook meteen één brok vruchtwater. Heel gek maar ik kan de geur van vruchtwater uit de duizend onderscheiden. Ik was wat overdonderd en wist niet goed wat doen. Ze zeiden me dat ik ze snel nog een kusje mocht geven en dat ze dan naar de ruimte naast de verloskamer moest. Daar stond het team van kinderartsen en kinderverpleegkundigen haar al op te wachten.

Elle werd goed verzorgd en we konden meteen van haar fantastische stem genieten. Die andere baby had intussen een zee van ruimte. Haar huis had ineens een upgrade gekregen. Van een appartementje naar een villa laten we zeggen. Ze liet haar kans om hiervan te profiteren dus niet liggen. Ze tuimelde in het rond en besloot om, na 33 weken, in stuit te gaan liggen. Dit konden ze door middel van een echo op mijn buik duidelijk zien. Ik zag mijn worst case scenario werkelijkheid worden. Baby 1 via een vaginale bevalling, baby 2 via een keizersnede. Dit was voor mij echt het ergste dat kon gebeuren.

Over een keizersnede werd gelukkig niet meteen gesproken. Wel werd ‘de prof’ opgebeld om te horen of hij vrij was want dat er mogelijks een stuitbevalling zat aan te komen. Door mijn opleiding als vroedvrouw wist ik perfect wat dit betekende. Maar dit was de laatste optie. Er ging eerst geprobeerd worden om haar te draaien door even op mijn buik te duwen. De gynaecoloog gaf nog maar een mini duwtje op de zijkant van mijn buik en hup ze begon weer gretig rond te zwemmen. Met haar hoofd naar beneden! Woehoeew alles was weer zoals verwacht. Haar vruchtzak, deze was nog intact, werd ook gebroken waardoor ze mooi met haar hoofdje in mijn bekken zakte en ze dus niet meer kon gaan lopen. We konden verder waar we gebleven waren.

Opnieuw persen en paars worden dus. Dat tweede kindje zou toch een makkie zijn, niet? Haar hoofd ging vlot ja, haar schouder daarentegen niet. Het was toen al duidelijk dat ze niet van de gemakkelijkste zou zijn. Ze draaide haar schouders niet verticaal maar hield ze horizontaal. Top. Te breed dus voor mijn bekkenuitgang. Nog harder persen. En harder. En geduw op mijn buik door de vroedvrouw. Nog wat meer geduw later verscheen ze. Lily. Ook zij werd op mijn buik gelegd maar zag er niet zo uit als Elle. Lily had een blauw, grijze kleur. Ze had natuurlijk net iets te lang ‘vastgezeten’ in mijn bekken. Ze mocht dus niet even blijven liggen maar werd meteen meegenomen.

Ook Stephan ging deze keer mee. Hij moest nu niet meer bij mij blijven. Hij moest bij onze dochters zijn. Met zijn fototoestel in de aantocht liep hij naar de kamer naast de verloskamer. Niet wetend wat er exact in de kamer naast me gebeurde, werd ik wel gerustgesteld. Alles was goed met hen. Ook met Lily. Ze had een iets moeilijkere start maar alles was onder controle.

Niet veel later reden ze de verloskamer binnen met een grote transportcouveuse. Daar lagen ze dan. Hun allerbeste huisje ingeruild voor dit nieuwe huisje. Mijn twee mini mensjes. De mooiste mensjes dat ik ooit gezien had.