Snap
  • Baby
  • Voeding
  • baby
  • moeders
  • borstvoeding
  • lactatiekundige

Vertrouw op je achterogen

Moeders hebben een extra zintuig. Noem het moedergevoel, intuïtie. Of zoals mijn middelste zegt: moeders hebben achterogen.

Dat laatste heeft wat extra uitleg nodig. Het frustreert hem enorm dat ik het gewoon weet, als er achter mijn rug kattenkwaad uitgehaald wordt. Zijn conclusie is dat ik ogen in mijn achterhoofd moet hebben. Hij noemt dat achterogen. Af en toe kijkt hij in mijn haar om te zien of hij ze ook werkelijk kan vinden. Onzichtbare achterogen, hoe doet een moeder dat toch?

Mijn oudste heeft een meer eigentijdse oplossing bedacht. Hij vermoedt dat ik hier en daar in het huis een webcam heb geplaatst. Via mijn laptop kan ik op deze manier de kinderen in de gaten houden. Hij is zelfs een keer op zoek gegaan in huis om te kijken of hij de webcam’s kon vinden. Niets gevonden natuurlijk.

Het blijft de kinderen mateloos intrigeren, dat achterogen verhaal. Feit is dat moeders simpelweg ‘weten’ dat er wat gaande is.

Een ander voorbeeld hiervan is een moeder die me belde voor een lactatiekundig consult. Ze had het idee dat de baby het niet meer zo goed deed als in de kraamweek. De baby was inmiddels 10 dagen, sliep veel en meldde zich niet duidelijk voor een voeding. Aan de borst dronk het meisje niet lekker door. Op zich klonk het aan de telefoon nog niet eens zo heel zorgwekkend. Toch ben ik gelijk naar dit gezin toe gegaan.

Het meisje ligt boven te slapen, de ouders zijn beneden. Daarom hebben we eerst uitgebreid gesproken over haar zwangerschap, bevalling en start met borstvoeding in de kraamweek. Vervolgens ga ik met de ouders mee om de baby te halen. Een prachtig meisje, in diepe slaap verzonken. Zelfs na verschonen wordt ze niet veel wakkerder. Aan de borst valt ze snel in slaap.

En over intuïtie gesproken: ik heb een babyweegschaal mee genomen naar het consult. We hebben het meisje gewogen. En wat blijkt? Ze is afgevallen in de afgelopen paar dagen. De moeder heeft het bij het juiste eind. Ze heeft goed geobserveerd dat het niet lekker ging met haar baby.

In een situatie zoals deze is het noodzakelijk om contact te hebben met de verloskundige. Dat heb ik in overleg met de ouders gedaan. Samen met de ouders heb ik een plan van aanpak gemaakt. Met extra aandacht voor het aanleggen en opvoeren van het aantal voedingen, waarbij de baby zoveel mogelijk bij de moeder in de buurt blijft om hongersignalen snel te herkennen, is het met borstvoeding en het kleine meisje helemaal goed gekomen.

Nu is borstvoeding geen 100% exacte wetenschap. Toch zijn er een aantal zaken waar je aan kunt zien of het goed gaat met je borstgevoede baby zoals de groei, ontwikkeling en aantal plas- en poepluiers.

En moeders: vertrouw op je achterogen!