Te weinig? Of juist teveel?

Problemen met borstvoeding, zoals bij deze moeder, kom ik in mijn lactatiekundige praktijk regelmatig tegen. Ze wil heel graag borstvoeding geven en is daarom bij mij op borstvoedingscursus geweest. De zwangerschap was een fijne periode en ook de bevalling is voorspoedig verlopen. Inmiddels is ze de trotse moeder van een twee weken oude zoon.

Haar zoontje drinkt erg onrustig aan de borst, laat los en hapt weer aan, laat huilend los en smakt bij het drinken. Na vijf minuten kan ze hem niet meer aan de borst krijgen, maar hij blijft dan erg onrustig. Ze denkt aan spruw. Of misschien is haar melkproductie niet genoeg? Zou de onrust komen door iets dat ze zelf gegeten heeft?

Als ik op huisbezoek ga, zie ik een vermoeide moeder en een heerlijk mannetje met bolle wangetjes. Hij zit hard huilend tegen zijn moeder aan. ‘Zou hij honger hebben?’, vraagt ze. Ze legt hem aan de borst. Haar zoontje zuigt twee keer en vervolgens gaat hij in een stevig tempo zuigen en slikken. Hij verslikt zich, laat de borst weer los en buigt huilend achterover. Arm mannetje, hij is helemaal ongelukkig. Zijn moeder houdt hem snel rechtop tegen zich aan. Hij laat een flinke boer en geeft daarbij wat melk terug. Ondertussen lekt uit beide borsten melk op de kleding van de moeder. Ze zucht: ‘Wat een knoeiboel, iedere keer zit alles onder de melk. Ook tussen de voedingen door.

Haar zoontje is na zijn geboorte weinig afgevallen en groeit zo´n 50-70 gram per dag. Hij weegt al bijna 4 kilo. Hij heeft volle plas luiers die vaak veel ontlasting bevatten. Het onrustige gedrag dat de baby vertoont bij te veel melk kan moeders het gevoel geven dat ze juist te weinig melk hebben. De baby huilt veel en heeft een grote zuigbehoefte. Daarnaast kunnen deze moeders zelf flinke klachten hebben, zoals overvolle borsten met veel melk lekken tot herhaaldelijke borstontstekingen aan toe. Het klinkt als een luxe probleem, maar borstvoeding kan ernstig belemmerd worden door een teveel aan melk.

Moeders krijgen vaak adviezen in de vorm van tijd rekken tussen voedingen of een beetje melk afkolven voor de voeding. Die aanpak lost het probleem niet op, vaak wordt het daardoor zelfs erger. De moeder blijft met overvolle borsten zitten en de baby huilt (nog) meer.

Wat kan deze moeder wel doen om de problemen bij haar en haar baby te verminderen? Eenmalig beide borsten goed leegkolven blijkt heel goed te werken, waarna de baby veel rustiger aan de borst kan drinken. Vervolgens gaat ze over op het voeden met één borst per tijdsblok van drie uur. Als haar zoontje snel na een voeding weer wil drinken, geeft ze hem nog eens dezelfde borst. Na drie uur gaat ze over op alleen de andere borst geven. Ze blijft dus voeden op verzoek, maar wisselt minder vaak van borst. Daarnaast gaat ze voeden in een houding waarbij ze zelf wat achterover leunt en haar baby voorover op haar buik ligt.

Deze combinatie van maatregelen heeft er bij deze moeder voor gezorgd dat het voeden voor beiden weer snel plezierig werd. Ze hebben samen nog meer dan een jaar van hun borstvoedingsmomenten kunnen genieten.

Literatuur: Veldhuizen-Staas, C.G.A. van (2007). Overabundant milk supply: an alternative way to intervene by full drainage and Block feeding. International breastfeeding Journal 2007 2(11), 1-5.