Snap
  • Baby
  • moederschap
  • Kraamtranen

Het oergevoel dat moederschap heet

Het einde van de eerste dag/ uren als moeder braken aan. Onze ouders, broers en zussen waren op visite geweest. Iedereen wou, natuurlijk, onze kleine bewonderen. Zelf had ik er geen kracht voor om steeds naar de NEO te gaan, ondanks dat deze tegenover mijn kamer was. Vriendlief liep telkens voltrots mee om zijn zoon te 'showen'. Elke keer op de kamer dacht ik maar; hoe zullen zij op hem reageren wat zullen zij van hem vinden? De reacties waren vaak in de richting van; Wat is hij klein, maar zo knap en helemaal af. En ja ik moest ze gelijk geven; wij hadden echt een knappe zoon gemaakt. Noem mij bevooroordeeld of niet, tijdens mijn zwangerschap heb ik altijd gezegd; als hij lelijk is zou ik het ook zeggen. Maar nee hij was en is niet lelijk.

De eerste nacht als ouders mocht vriendlief gelukkig ook blijven slapen. Of nouja, aanwezig zijn in de nacht want slapen doe je niet heel lekker op de ziekenhuis bedden. In die nacht werd ik ook in de nacht wakker en brak ik. Waarom precies weet ik niet meer maar ik voelde mij ergens gek. Ik voelde een afstand maar toch wou ik bij hem zijn. Om hem te beschermen? Om gewoon bij hem te kunnen zijn? Omdat mijn moedergevoel/ instinct dit zij?

Wanneer je kind gezond geboren is in het ziekenhuis, ligt het vaak naast je in een wiegje. En kon je het zien of aanraken wanneer je maar zou willen. Aangezien dit niet bij mij het geval was, en het de eerste nacht was, ben ik niet zomaar naar mijn kind gegaan. Eerst wezen ontbijten en toen maar meteen naar hem toe gegaan. Ergens kon ik ook niet makkelijk zelf naar mijn kind toe. Ik had amper 24 uur geleden een keizersnede achter de rug. En zou ergens nog gewoon met het bed naar de afdeling moeten want rechtop zitten was nog een hele opgave. Zodra het kon, transport technisch, ben ik dan ook naar mijn kind gegaan. Na deze nacht voelde het nog steeds heel onwerkelijk en onwennig dat dit kleine wezentje ons kind is.

Naast mij stond voor de 1000% een echte vader. Iets wat ik niet had verwacht eerlijk gezegd en ik was trots om dat bij hem niet te zien. Aan de andere kant voelde ik mij er zo rot over. Want ik had verwacht dat ik die persoon zou zijn maar ik was alles behalve die persoon. Een klein hoopje niks, een hoopje die zo bij mijn zoontje in de couveuse kon liggen. Buidelen deed ik maar omdat het 'moest', omdat er werd gezegd dat het goed was voor hem en onze band. Ik bleef het maar eng vinden.

In de dagen die volgde bleef ik het aanraken en verzorgen van mijn eigen kind maar eng vinden. Mijn vriend wist al heel goed hoe hij hem moest oppakken tussen alle draadjes door. Ik stond er bij als een bang schaap, niet wetende wat te doen. Toen ze vroegen of wij hem wouden verschonen zei ik tegen mijn vriend doe jij maar. Mede omdat ik al heel wat luiers ben gewend, hij het nog nooit had gedaan en nu hulp kreeg en ik het oprecht eng vond. Die bewuste eerste luier was ook meteen een lekkere echte poep, of beter gezegd teer, luier. Hihi papa had meteen de jackpot te pakken! De dagen verstreken zo in het ziekenhuis; buidelen, verzorgen, voeden, kolven (wat gelukkig eindelijk op gang kwam), wegen, luiers wegen.  

Gezien de zuigreflex nog niet ontwikkeld was kreeg mijn zoontje sondevoeding. Dit waren voedingen van 2 cc per keer. Zelfs deze hoeveelheden en voeding hield hij niet binnen. Soms spuugde hij als ik bij hem was en riep ik meteen de verpleging want ik schrok ervan maar dacht ook nu krijgt hij geen eten binnen. Daar groeit hij natuurlijk nooit van. Na, ik denk 2 dagen, kwam mijn borstvoeding op gang. Zo heb ik de eerste week, volledige, borstvoeding kunnen geven. Dit was een fijne, goede boost die zowel hij als ik nodig hadden. Helaas stagneerde mijn productie toen hij nog in het ziekenhuis lag en ik thuis moest kolven en heen en weer moest van ziekenhuis, thuis en revalideren. Door dit goede begin van de borstvoeding nam hij de sondevoeding ook steeds beter op.

Zelf kon ik het niet inzien maar de verpleging vond mij heel sterk. Sterk omdat ik na 2 dagen al achter mijn rolstoel naar de afdeling liep. Sterk omdat ik zo vaak op de afdeling kwam om soms alleen maar even naar hem te kijken. Ze zeiden dat menig moeder dat lichamelijk niet zou lukken. Ik dacht alleen maar dat is toch mijn plicht dit moet ik toch doen. Is er een andere keus die ik heb? En dan elke keer die oprechte blijheid als ik weer eens 20 ml bij elkaar had gekolfd. Dat deed mij oprecht zo goed. Of de keren dat ik toch zachtjes moest huilen op de NEO en zij mij hoorde en een luisterend oor boden. En die ene verpleegster die aan kwam zetten met het couveuse dagboek. Wat vond ik dat fijn om alles op te schrijven van die periode. Wat is dat mij dierbaar, ondanks dat ik zeker nog niet in staat ben om dat allemaal terug te lezen. Die lieve berichtjes van de verpleging die er ook in staan. Soms moest ik bij dat lezen al huilen, net zoals ik nog vaak bij het type van mijn blogs moet huilen of deze alinea.

Zo heb ik heel wat af gehuild die week. Dat ik dacht; de echte kraamtranen heb ik dan wel weer 100x zo veel. Regelmatig ook op de knop van mijn bed gedrukt om maar even met een verpleegster te praten, of mijn verdriet te laten zien. Want die knop wist ik na de desbetreffende nacht nu wel te vinden. 

Huilen omdat mijn gezin nog geen moment echt compleet is geweest. Bij de bevalling waren wij even samen, daarna vaak gesplitst met visite op bezoek omdat ik het mentaal en fysiek niet aankon. De eerste nacht waren wij niet eens samen als gezin, wij op een kamer maar hij op de NEO. Toen moest mijn vriend naar huis en later weer werken en lag ik nog in het ziekenhuis, ik op mijn kamer, hij op de NEO. Naar mate de week vorderde keek ik er naar uit om weer naar huis te mogen, in het ziekenhuis zeiden ze ook wel moeten. Aan de andere kant voelde het dan wel alsof ik ons zoontje in de steek liet, ondanks dat hij in zeer goede liefde volle handen is. Wat keek ik uit naar zijn thuiskomst, de thuiskomst van ons gezin. Alleen moesten er eerst nog wat hobbels genomen worden...