Snap
  • Baby
  • Gezond

Branweerman, hoe komt mijn dochter boven?

Nog 2 nachtjes slapen, en dan gaan we op vakantie, voor het eerst met kind, morgen is mijn man nog werken, ik hoop dat ik veel kan doen. Tot

...

Het is 2 uur, ze komt voor haar nachtvoeding, ze is tenslotte pas 6 maanden. Ik merk dat ze onrustiger is dan anders, pak het tepelhoedje, draai goed en help haar aanhappen. Mijn man wordt wakker. Dat is 5 maanden geleden, dat hij wakker werd van de nachtvoeding. Buiten klinken vreemde geluiden. Er hangt een rare geur. Is alles wel in orde?

Mijn man besluit een rondje te lopen, een rondje om het huis te checken. Hij is snel terug. Er is brand! We moeten nu weg! Oke, jij pakt de baby. Hij pakt de baby en loopt de slaapkamer uit. Ik pak het tepelhoedje, en loop ook weg, naar het balkon, daar is niemand, oke, ze zijn door de voordeur. Ik loop erheen, ik zie de draagdoek liggen en pak die mee, dan kunnen we in elk geval ons kind laten slapen. Blote voeten, geen sleutels. Ik zie de oranje gloed in het trappenhuis, grenzend aan onze flat, dus ik ga de andere kant op. Ik loop langs de voordeur van de buurvrouw, haar bel werkt al jaren niet. Zonder na te denken begin ik te bonken, haar hond slaat aan. De volgende deur, even bel indrukken, bij elke deur bel ik aan, mensen moeten wakker worden, er is brand!We nemen de brandtrap op blote voeten. Op de eerste verdieping kunnen we niet verder. De trap gaat niet tot beneden. En nu? 

Angstig kijk ik naar het trappenhuis, helemaal aan de andere kant. De brand is nog steeds daar, en niet naar de appartementen overgeslagen. We overleggen met buren, en mijn man besluit naar beneden te springen. We helpen buurkinderen van een jaar of 12 beneden te komen. Nu hebben we nog de tijd om de baby beneden te krijgen. Ik zoek het midden van de draagdoek en maak een hangmatje ervan. Mijn kind dwars erin leggen, en als een buideltje inpakken. Dan het spannende moment. Een buurvrouw steekt haar armen door de reling, ik leg mijn kind op haar handen, en met de draagdoek laten we haar zakken tot onderaan de reling. Nog 25 cm, tot de hoog uitgestrekte armen van haar papa. Ik laat verder zakken, hij kan erbij, samen laten we haar verder zakken, tot hij haar goed vast heeft. Ik gooi de hele doek naar beneden. Mijn kind is op de begane grond. Als het vuur overslaat kan ik springen, dan zijn we veilig. Mijn man knoopt ons meisje in de doek, zo goed en kwaad als het gaat, want een neerlegplekje om de doek even goed klaar te maken is er niet. Ze zit niet perfect geknoopt, maar goed genoeg. 

Na uren en uren voor mijn gevoel wordt op vraag door de brandweer geantwoord dat de brand geblust is, en we terug kunnen naar ons huis. Het trappenhuis is voorlopig onbruikbaar. Mijn reactie, en mijn dochter dan? Hoe komt die boven? Waar is uw dochter? Daar op de buik van mijn man! Ik wil haar bij me hebben! (Ja ach, mijn man red zich wel, ik gooi wel een autosleutel naar beneden, maar mijn dochter, die wil ik terug, en wel nu!) Mijn man en buren helpen de andere kinderen weer omhoog, en hij blijft achter. Met een hoogwerker wordt hij thuisbezorgd. Adrenaline, een mooi goedje.  Deze nacht pakken we weinig slaap mee. Met buren drinken we koffie en thee, we praten, het wordt 4 uur, het wordt 5 uur, we besluiten om allemaal toch nog even plat te gaan. Om goed 7 uur bel ik mijn ouders, ik weet dat ze wakker worden met regionieuws op de radio. Ik bel precies 1 minuut voor hun wekker. De dag dat ik zoveel wilde doen aan vakantie voorbereiden wordt besteed aan huisartsen bezoek, woningbouw bellen, verzekeringsmensen die komen kijken, moe zijn. De dag van vertrek verloopt helemaal dramatisch. Nooit meer op deze manier wil ik op vakantie.

Inmiddels is het meer dan een jaar geleden dat we als ratten in de val stonden, nergens heen konden. De brandtrap loopt tot op de begane grond. In het trappenhuis zie je niets meer van het vuur. En toch, toch komt af en toe nog steeds de angst van toen naar boven. Af en toe zeg ik, laten we de draagdoek binnen handbereik leggen. Af en toe zie ik weer hoe ik mijn baby liet bungelen om haar zo veilig mogelijk beneden te krijgen. Niet eraan denkend wat er zou kunnen gebeuren als de wind ging spelen met de doek, of als ze raar zou bewegen of als... En het gekste is, ik denk dat ik het zo weer zou doen! Als de nood aan de man is kan ik heel veel. Ik hoop het nooit meer mee te maken, en vraag me af wat zou die brandweerman gedacht hebben toen ik vroeg naar mijn kind, en mijn man niet eens in me op kwam. Wat voor oordeel zou hij mij geven?

7 jaar geleden

En weten dat je onderdeel bent van een community, buren hebt die in noodsituaties een groot team vormen, is de mooie kant van deze medaille :)

7 jaar geleden

Ook dat kan ik me goed voorstellen. Het onveilige gevoel.

7 jaar geleden

Als de buurvrouw die de armen door de reling stak om je meisje te steunen, krijg ik hier nog steeds kippenvel van. Al weet ik zeker dat het hoe dan ook goed was gekomen; jij had de draagdoek goed vast, ik steunde haar goed. Een windvlaag kon echt niet zomaar iets doen zo, en zij had al enorm goed door dat ze rustig moest blijven. Ja, de vluchtwegen zijn nu gelukkig wel in orde, maar zoiets raak je niet snel meer kwijt. Aan de andere kant: wat ontzettend mooi was het, om mee te maken hoeveel mensen er voor elkaar waren die nacht. Het is naar om mee te maken, maar we hebben hier gelukkig buren waar we op kunnen rekenen.

7 jaar geleden

pfff wat een ervaring. Eentje die niemand mee wil maken. Wat dapper dat je man naar beneden sprong. Het is waar dat was de veiligheid voor jullie baby en de andere kinderen. Wat een geluk dat er geen gewonden gevallen zijn, als ik het goed begrijp. Wel heel raar dat er geen trap tot aan de begane grond was. Nu gelukkig wel. Ik kan me heel goed voorstellen dat je nog steeds momenten hebt waar je bang bent. Dat heb ik ook als we thuis komen en ik ben vergeten de lichten aan te doen. Er is 5 jaar geleden ingebroken en nog steeds ben ik voorzichtig als we langer weg zijn geweest of als we de lampen niet aangedaan hebben als het vroeg donker is. Laatst was dat ook zo en ik vroeg of mijn man de achterdeur alleen wilde openmaken.